CP lecture 4 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

diagnostic literalism

A

mentale problemen staan niet gelijk aan de diagnose; diagnoses zijn namelijk overgesimplicifeerd en geven slechts een ruwe schets van de problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Diagnose als pragmatische soort

A

Diagnoses zijn niet natural kinds maar pragmatic kinds, ze zijn gebaseerd op data, maar andere factoren hebben ook invloed, doel is klinische bruikbaarheid, criteria zijn deels arbitrair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

reductionism

A

Simple mechanical systems can be decomposed into elements and their relations. Reductioning is figuring out properties of the whole given properties of parts. Works well for simple structures, but not for complex networks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

explenatory reductionism(/biological reductionism)

A

The belief that lower levels (like biology) are superior explanations than higher levels (like psychology). We started to focus on the brain and biology by biological reductionism, which has dominated our research landscape, our funds/time and our health-care policy structure

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

common cause theory

A

Stelt dat er één ‘common cause’ is voor verschillende soorten stoornissen. Symptomen zijn passieve, onveranderlijke indicatoren van de onderliggende ziekte. Interventies zouden moeten focussen op de latente variabele (= de onderliggende ziekte).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

network theory

A

Stelt dat symptomen belangrijke, autonome en causale factoren zijn die bestudeerd zouden moeten worden. Mentale stoornissen zijn een product van de symptomen en niet andersom. Interventies zouden moeten focussen op de symptomen (en niet de ziekte).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly