College 6 - Locke, Foucault en Smith Flashcards

1
Q

Wat is het grote probleem van de politieke filosofie (in de 17/18de eeuw)?

A

Aan de ene kant de macht van de staat sterk genoeg laten zijn zodat vrede en veiligheid gewaarborgd wordt.

Aan de andere kant wie houd de macht van de staat in de gaten, zodat het in ten koste gaat van vrijheid en geluk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 pleidooien zijn er voor een onbeperkte absolute staat?

A

Machiavelli: alle middelen zijn geoorloofd om de staat te waarborgen (beredeneerd vanuit de staat)

Hobbes en Spinoza: om vrede en veiligheid te waarborgen geven alle burgers hun macht af aan de staat (beredeneerd vanuit de burgers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 2 pleidooien zijn er voor een beperking van de macht?

A

Locke en Spinoza: externe beperking, opgelegd door God of de redelijkheid = een ‘waarheid’ zoals mensenrechten die boven het gezag van de overheid staat (juridisch)

Adam Smith: interne beperking, vanuit het volk en de markt = economische wetmatigheden waar ook de overheid aan moet gehoorzamen, omdat het ‘t anders verpest (economisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen de opvatting van Hobbes en Locke aangaande de natuurtoestand?

A

In de natuurtoestand is er volgens Hobbes (atheïst):

  1. ) hebben mensen geen moreel besef van goed en kwaad, iedereen is compleet vrij om te doen wat ie wil
  2. ) een oorlog van allen tegen allen
  3. ) de natuurwet volgt logisch uit de natuurrecht

Bij Lock (gelovig):

  1. ) is er een morele wet (redelijkheid) door God in de schepping gelegd, die iedereen kan kennen en iedereen verplicht
  2. ) kan de natuurtoestand ook vreedzaam verlopen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is de soeverein bij Locke niet boven de wet verheven?

A

Bij Locke maakt de soeverein deel uit van het maatschappelijk contract en moet nog steeds de natuurwet respecteren. Het moet de natuurlijk tot stand gekomen samenleving handhaven. Als het niet meer de eigendommen van de burgers beschermd mogen de burgers in opstand komen en het gezag vervangen.

In tegenstelling staat bij Hobbes de koning boven de wet, omdat hij zelf alle wetten bepaald. Burgers mogen niet in opstand komen als er niet aan de afspraken gehouden wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom is de opheffing van de natuurtoestand met de komst van het geld (geldeconomie) noodzakelijk?

A

In de natuurtoestand is iedereen tevreden met het noodzakelijke om te overleven. Door de komst van geld worden mensen hebzuchtig en gaan ze meer verzamelen en opsparen. In de natuurtoestand zou de wereld onleefbaar worden omdat er dan niemand controleert op fraude.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waaruit bestaat de hoogste plicht van het staatsgezag volgens Locke?

A

Het beschermen van het leven, algemeen belang en eigendom van alle burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Locke wordt wel beschouwd als de vader van de mensenrechten. Welke twee nieuwe ideeën bracht hij naar voren die later in de verklaringen van de mensenrechten zijn opgenomen?

A
  1. ) Volkssoevereiniteit: recht om de soeverein te straffen als hij zich niet houd aan de natuurwet.
  2. ) Recht op bezit of eigendom
  3. ) Vrijheid van geloofsovertuiging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom kun je zeggen dat de idee van de mensenrechten bij Locke meer ‘economisch’ georiënteerd is dan ‘sociaal’?

A

De mensenrechten van Lock draaien vooral om eigendom. Vooral rijke mensen met eigendom hebben hier iets aan, arme mensen minder. Die zouden meer hebben gehad aan sociale rechten zoals recht op zorg of onderdak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ben je het met Foucault eens dat het liberalisme van de mensenrechten het veelal aflegt tegen het liberalisme van de economische vrijheid?

Ben je eens met de stelling dat – ook vandaag nog – niet de mensenrechten bepalend zijn geweest voor de begrenzing van de macht, maar eerder het economisch nut?

A

Denkt aan studieschuld, bezuinigingen sociale werkplekken en ontwikkelingshulp, de traagheid met het bestrijden van bio-industrie, economische vluchtelingen weigeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is volgens Smith de aller-diepste drijfveer can de mens? Wat is de reden van al dat dagelijks ‘gezwoeg en geploeter’ om rijkdom te vergaren?

A

Ijdelheid, ‘het verlangen om onze situatie te verbeteren’ en zichzelf te ontplooien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welk ‘machtig principe’ identificeert Smith als de motor van de economische bedrijvigheid?

A

Eigenbelang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een lange traditie zegt dat politiek nodig is om de zelfzucht en het egoïsme van mensen te beteugelen en te breken. De politiek is nodig om de effecten van het eigenbelang van mensen te reguleren. Wat is de positie van Smith ten opzichte van deze traditie?

A

Smith vind juist dat als iedereen zijn eigenbelang zou streven, dat ten goede zou komen voor iedereen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Leg het verschil uit tussen het ‘rechtssubject’ en het ‘belangensubject’ met betrekking tot het algemeen belang.

A

Rechtssubject: stemt in met het afgeven van bepaalde rechten omdat dat voordeel heeft voor het algemene belang.

Belangensubject: stemt NIET in met bepaalde beperkingen, want als iets gereguleerd wordt van boven af (bijvoorbeeld het handelsverkeer) dan gaat het juist ten koste van het algemeen belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Leg uit waarom de economische theorie van Smith niet zozeer een beperking betekent van de macht van de soeverein, maar eigenlijk leidt tot de diskwalificatie van de politieke soeverein op het economische terrein.

A

Volgens Smith heeft de politieke soeverein geen verstand van de economie, en moet zich er daarom ook niet mee bemoeien. Niemand heeft echt kennis over de economie, maar de koning kan door zijn macht de economie verkeerd beïnvloeden, ook al heeft hij goede bedoelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly