College 6 JOHN DEWEY EN SOCIALE CONTROLE Flashcards
Pragmatisme
Pragmatisme is het idee dat het praktische is wat ons drijft. We gebruiken het om allerlei
coördinatieproblemen op te lossen. Wat we begrijpen van iets is altijd via de mogelijke effecten wat iets kan hebben. Iets heeft geen betekenis als we niet begrijpen wat het doet in de praktijk. Het pragmatisme is dus gericht op het handelen en doen. Het pragmatisme ziet wetenschap als een instrument
Enculturatie:
de leer van groepsleden om zich te gedragen naar de normen, waarden en overtuigingen van de samenleving.
Holistische sociologie
stelt dat de samenleving als entiteit bepaalt wat er gebeurt in de samenleving. Durkheim illustreerde zijn sociologie door het bestuderen van zelfmoord en religie.
organische solidariteit,
waarbij mensen bij elkaar horen en dingen met elkaar doen. Volgens Durkheim kan de organische solidariteit onderzocht worden door middel van sociologie.
division of labour
Het bijeenhouden van de samenleving komt door division of labour (= taakverdeling
in de samenleving), differentiatie en afhankelijkheid die individuen met elkaar verbindt.
* Division of labour: de specialisatie in vakkennis en arbeid zorgt voor een
afhankelijkheidsrelatie in de samenleving op een onbewuste manier.
Conscience collective
is de organische solidariteit die maakt dat een samenleving als een aparte, onafhankelijke entiteit ervoor zorgt dat je enkel lid kunt worden door de juiste opleiding en opvoeding te krijgen.
Hoge zelfmoordcijfers worden veroorzaakt door een sociaal fenomeen:
een erosie van solidariteit die anomie bevordert (= degeneratie van sociale
banden).
Problemen met Durkheim’s sociologie (volgens de Pragmatist)
Men snapt niet hoe organische solidariteit bestaat, wanneer het kan dat een persoon
door meerdere culturen bepaalt wordt wie ze zijn. Er bestaan dus heel veel kleine consciences collectives, waarbij men tot verschillende groepen en culturen behoort.
Durkheim presenteert de sociologie als een onafhankelijke wetenschap, terwijl pragmatisten iedere wetenschap beschouwen als een instrument om sociale problemen op te lossen. De sociologie van Durkheim is niet gericht op het oplossen van sociale problemen, maar om te begrijpen waarom deze er zijn. Dit is tegenstrijdig aan het pragmatisme, want hierdoor gaat het om begrijpen i.p.v. doen.
Volgens pragmatisten verandert de sociologie, omdat het niet voldoet als instrument om problemen op te lossen. Het moet zodanig veranderen dat we er steeds meer mee kunnen doen om sociale problemen op te lossen. De sociologie van Durkheim heeft niks te bieden aan psychologen en vice versa, terwijl dit wel het geval zou moeten zijn.
Dewey’s bijdrage aan de Sociologie
“Escape from Peril”: Quest of Certainty
Men heeft eeuwenlang onzekerheid moeten ondergaan en the Quest of Certainty toont
aan dat men daardoor altijd op zoek is naar zekerheid op verschillende manieren:
- Religie: men heeft zich overgegeven aan de wil van de goden om zekerheid te vinden.
- Filosofie: geeft ons zekerheid door te constateren dat we zekerheid vinden in
ons denken en dat de wereld imperfect is. In het denken vinden we de waarheid over de wereld die door subjectieve ervaring vertroebeld kan worden. Het gevoel van zekerheid en ontsnappen aan onzekerheid is enkel een truc die wordt onszelf wordt voorgehouden. - Wetenschap: de distinctie tussen denken en doen werkt niet langer meer, en wetenschap toont praktisch aan dat er geen verschil is tussen denken en doen.
Social Science and Social Control
Als men beter zou begrijpen wat sociale wetenschap is, zou men beter begrijpen
waarom de wetenschap nodig is en in welke richting deze ontwikkelt zou moeten
worden om problemen te kunnen oplossen en doelen na te streven.
Sociale controle
Sociale controle gaat over in hoeverre we in controle zijn van sociale ontwikkeling om
problemen te ontlopen.
* Sociale feiten: zijn feiten in relatie tot doelen die mensen zich stellen en het
menselijk handelen.
* Fysische feiten: zijn feiten die gelijk blijven ondanks de menselijke attitude
tegenover deze attitudes.
Dewey argumenteert als volgt voor sociale wetenschap (omgekeerde volgorde dan uit
het artikel):
1) Mensen zijn het resultaat van een evolutionair proces: het voelt vervelend om
twijfel of problemen te hebben.
2) Dit resulteert in probleemoplossing.
3) Men vinden een sociale techniek: als we a doen, gebeurt b.
4) Als de techniek succesvol is leidt dit tot iets wat we waarderen.
5) We gaan sociaal plannen en controleren.
6) We werken aan een sociale wetenschap als instrument.
7) We moeten denken over wat we willen doen met het instrument: wat is
waardevol?
Voorbeeld: Vaccins. Deze zijn ontwikkeld als manier om ziektes uit te roeien. Het probleem is dat men niet ziek wil worden, door onzekerheden komen we bij een vaccin. Deze vaccinwetenschap gebruiken we nu weer in de coronapandemie.
Toekomst van Sociologie
1) Sociologie verandert, omdat we een beter en betrouwbaarder instrument nodig hebben.
2) Dit verandert in de richting van meer nut voor planning en controle over onze
omgeving, zodat we ons beter kunnen handhaven.
3) We hebben sociologie, omdat het ons helpt om doelen te verwezenlijken die we hebben gesteld.
4) Deze doelen zijn wegblijven uit contexten van onzekerheid.
5) Sociologie heeft psychologen veel te bieden, omdat ze te maken hebben met
coördinatieproblemen dat effect heeft op mensen. Als er iets mis is met een individu hebben we zowel sociologie als psychologie nodig om een oplossing te bieden.
Relationele Sociologie
Wanneer het zo is dat men onderdeel is van een wereld die voortdurend verandert,
komen we veel problemen tegen. Er moet een instrument komen waarmee deze
problemen opgelost kunnen worden: wetenschap.
relationele sociologie.
De sociologie van Durkheim faalt om sociale problemen op te lossen, waardoor er een
nieuwe sociologie nodig is: relationele sociologie. De oude sociologie gaat uit van
de samenleving als entiteit, waarbij er niet wordt gedacht vanuit de relaties die de units
van analyse hebben. Er is een bepaalde substantie/ onveranderlijke aard in het sociale domein, terwijl dit tegenwoordig niet meer wordt gezien. Het gaat om een
veranderende wereld, niet om een vastliggende sociale structuur.
Emirbayer nadruk relaties tussen die entiteiten die constant veranderen.
Volgens Emirbayer moet de nadruk leggen op de relaties tussen die entiteiten die
constant veranderen. Individuele personen zijn ingebed in sociale contexten. Men kan
niet begrijpen wat een jager of bejaagde is, wanneer men niet begrijpt dat er een
transactie gaande is, namelijk de jacht/ het jagen (= doen). Personen kunnen niet los
gezien worden van de context van transacties en relaties aangaan.
Sociologische concepten (4)
1) Macht: macht ontstaat door de manier waarop relaties gemodelleerd zijn en opereren.
2) Gelijkheid: ongelijkheid wordt veroorzaakt door het oplossen van problemen, waarbij de bijwerkingen zijn dat de welvaart en het welzijn toch niet gelijk wordt verdeeld.
3) Vrijheid: het resultaat van relaties die worden aangegeven (consequenties van
beslissingen etc.).
4) Agentschap: het gevoel van verantwoordelijkheid voor een eigen taak, die
ontstaan door relaties die aangegaan worden met anderen in contexten die bepalen waarom ik doe wat ik doe.
Niveaus van sociologische analyse (4)
1) Samenleving.
2) Face-to-face encounters.
3) Het individu.
4) Intrapsychische processen: wat er gebeurt in het bewustzijn van een individu.
Onderzoeksrichting
1) Sociale structuren.
2) Cultuur.
3) Sociale psychologie.
Dewey’s ‘Social Science and Social Control’ (1931)
Er is een verschil tussen fysische feiten en sociale feiten. Fysische feiten zijn onafhankelijk van wat ik vind, maar sociale feiten zijn afhankelijk van hoe mensen zijn. Voor een socioloog is het dus ook
belangrijk om te snappen hoe de hersenen functioneren.
Dewey gaat er vanuit dat de psychologie/sociologie als wetenschap verondersteld dat we al controle
kunnen uitoefenen.
Dewey zegt dat als we beter begrijpen wat wetenschap is, we beter weten waarom we het nodig hebben en we dan weten in welke richting we het moeten ontwikkelen om het nuttig te laten zijn.
Dewey draait het hele proces van waarom wij wetenschap hebben om.