College 5 Flashcards
N=1 design (single subject design)
Design voor onderzoek waar slechts één onderzoekselement bij betrokken is.
Experimenteel single subject research
Onderzoek waarbij op experimentele wijze op basis van een bepaald design informatie wordt verzameld om een behandeling bij één individu te evalueren.
Reversal design (ABAB design)
Design waarbij een behandeling afwisselend wordt aangeboden en gestopt om na te gaan of deze afwisseling tot verschillende effecten leidt.
Multiple baseline design
Design waarbij wordt nagegaan of een treatment effect heeft door de start ervan vooraf te laten gaan door baselinemetingen van verschillende duur/ lengte.
Casestudy (gevalsstudie)
Onderzoek waarbij op gedetailleerde wijze informatie wordt verzameld om tot een goede beschrijving te komen van een individueel persoon.
Populatie
Iedereen die voor het onderzoek in aanmerking komt en waarop we de resultaten van toepassing willen verklaren.
Steekproef
Deel van de populatie dat (volgens plan) aan het onderzoek deelneemt.
Onderzoekselementen
Deelnemers; de elementen (vaak personen) die voor voor het onderzoek in aanmerking
komen.
Informant
Personen die informatie verstrekken over onderzoekselementen/ deelnemers (zichzelf of anderen).
Probability sample (aselecte of toevalssteekproef)
Steekproef waarbij iedereen in de populatie op basis van toeval een even grote kans heeft om als onderzoekselement/deelnemer gekozen te worden.
Non-probability sample (selecte/ niet aselecte of strategische steekproef)
Steekproef die niet op basis van aselecte trekking tot stand is gekomen.
Enkelvoudig aselecte steekproef
Steekproef waarbij op basis van toeval een deel (fractie) van alle potentiële deelnemers/ populatie wordt geselecteerd.
Sampling frame (steekproefkader)
Overzicht van alle potentiële deelnemers voor het onderzoek (populatie).
Steekproeffractie
Proportie onderzoekselementen dat (volgens plan) in een steekproef wordt opgenomen; het aantal in de steekproef te trekken eenheden, gedeeld door het aantal eenheden in de populatie.
Stratum
Deelpopulatie
Disproportioneel
Wanneer de verdeling van de deelnemers in de steekproef niet gelijk is als in de populatie.
Proportioneel
Wanneer de verdeling van de deelnemers in de steekproef hetzelfde is als in de populatie.
Gestratificeerde steekproef
Steekproef waarbij op basis van toeval een deel (fractie) van alle potentiële deelnemers uit deelpopulaties (strata) wordt geselecteerd.
Clustersteekproef
Steekproef waarbij op basis van toeval een deel van alle potentiële clusters (primaire
eenheden) in de populatie wordt geselecteerd. Alle deelnemers (secundaire eenheden) in de geselecteerde clusters behoren tot de steekproef.
Tweetrapssteekproef
Steekproef waarbij op basis van toeval een aantal deelnemers geselecteerd wordt uit een aantal eerder random geselecteerde clusters; steekproef waarbij op basis van toeval een deel van alle potentiële clusters (primaire eenheden) in de populatie wordt geselecteerd om vervolgens at random een aantal deelnemers (secundaire eenheden) uit elk van de geselecteerde clusters te kiezen.
Gelegenheids- of gemakssteekproef
Convenience of haphazard sample; steekproef waarbij deelnemers op basis van
beschikbaarheid worden geselecteerd.
Doelgerichte of beredeneerde steekproef
Purposive sample; steekproef waarbij deelnemers op basis van een of enkele kenmerken worden geselecteerd.
Quotasteekproef
Steekproef waarbij deelnemers op niet random wijze een deel (fractie) van alle potentiële deelnemers uit deelpopulaties (strata) wordt geselecteerd (gelegenheidssteekproef per stratum).
Representatieve steekproef
Steekproef waarvoor geldt dat de verdeling van (relevante) kenmerken de verdeling van
dezelfde kenmerken in de populatie weerspiegelt (‘populatie in het klein’).
Bias
Vertekening (wanneer resultaten uit een steekproef niet representatief zijn voor de
populatie).
Sampling bias
Het verschijnsel dat resultaten uit een steekproef niet representatief zijn voor de populatie omdat de steekproef niet overeenkomt met de populatie.
Respons bias
Het verschijnsel dat resultaten uit een steekproef niet representatief zijn voor de populatie door uitval van deelnemers.
Uitval
Het verschijnsel dat niet van alle onderzoekselementen/ deelnemers in de steekproef gegevens verzameld kunnen worden.