College 3 - Opzet

Question 1

Opzet

Answer 1

De wil om te doen of na te laten
- willen en weten
- meestal moet je het objectief vaststellen ➞ als de verdachte geen verklaring aflegt

Gaat om de verwijtbaarheid van een strafbaar feit (opzet of culpa) = subjectieve zijde

Question 2

Drie vormen opzet

Answer 2

1. Zuiver opzet / volopzet
2. Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn
3. Voorwaardelijk opzet

Question 3

Volopzet

Answer 3

= willens en wetens
Je wilt gevolg A en weet dat gevolg A intreedt als je de handeling verricht

Question 4

Opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn

Answer 4

= willens en wetens handelden met oog op een bepaald gevolg, terwijl daarbij een ander gevolg ook intreedt
- bij handeling A zal gevolg B ook intreden

Question 5

Voorwaardelijk opzet + voorwaarden

Answer 5

= de ondergrens van opzet
Voorwaarden:
1. Een aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden
- de gegeven omstandigheden reële, niet onwaarschijnlijke mogelijkheid
- aard van de gedraging ➞ aanmerkelijke kans II arrest
2. Bewust van die aanmerkelijke kans
- eerst kijk je of er een verklaring is afgelegd
- objectief mogelijk?
- normatief? ➞ feiten van algemene bekendheid
- garangtenstellung
3. Aanvaarden van de kans (op de koop toenemen)
- vorm van willen
- uiterlijke verschijningsvormen

➞ wat niet mag meespelen = aard en ernst van het gevolg (HIV I arrest)

Question 6

Contra-indicaties (opzet)

Answer 6

Gedragingen waardoor j kan afleiden dat de kans toch niet was aanvaard
- Porsche arrest

Question 7

‘Oogmerk’

Answer 7

= zuiver opzet OF opzet met noodzakelijkheidsbewustzijn

Question 8

Corsa arrest

Answer 8

= voorwaardelijk opzet ➞ ondergrens van opzet