College 1 - Causaliteit Flashcards

1
Q

Vijf theorieën van causaal verband

A

1. Conditio sine qua non (csqn) = elke gedraging die niet weggelaten kan worden zonder dat het gevolg vervalt ➞ elke actieve handeling als oorzaak
2. Causa-proxima = gedraging welke in tijd het dichts bij het uiteindelijke gevolg staat
3. Adequate theorie = redelijke voorzienbaarheid: handelen of nalaten die de kans vergroot
4. Redelijke toerekening = feiten en omstandigheden (letale longembolie)
5. Relevantietheorie = alleen die gedragingen tellen mee waarop de wetgever oog had

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Heersende leer causaal verband

A

= redelijke toerekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Redelijke toerekening - vragen

A

1. Is er een csqn verband?
2. Adequatietheorie (voorzienbaar): wat zou het gemiddelde mens doen ➞ zo objectief mogelijk beoordelen
3. Causa-proxima: schakel die het meest belangrijk is en het meest dichtbij het gevolg (hoeveel tijd). Kunnen dus ook meerdere zijn
4. Relevantietheorie: moet niet heel a-typisch zijn: delict typische gedraging

➞ vaak moet je deze dingen aan elkaar afwegen. Het zijn eerder handvatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Letale longembolie

A

➞ redelijke toerekening

Moet ook om fatale letsel gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

HR niet-behandelde longinfectie

A

= lange causale ketens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

HR Groningen HIV

A

= wanneer csqn niet kan worden vastgesteld ➞ alternatieve causaliteit

Redelijke toerekening dan volgens volgende maatstaf:
1. Kon het een onmisbare schakel zijn geweest? (mate van waarschijnlijkheid)
2. Mate van aanzienlijke waarschijnlijkheid dat dat het gevolg is geweest ➞ hangt af van de concrete omstandigheden
・ gedraging naar haar aard geschikt
・ uit ervaringsregels blijken dat de gedraging heef geleid tot gevolg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly