College 3

Question 1

Wat zijn 3 kenmerken van een sterke attitude?

Answer 1

1. persistent: veranderd niet snel
2. influential: erg leidend in oordeel en gedrag
3. Resistant: bestendig tegen beïnvloeding

Question 2

Waarom zijn sterke attituden stabiel? 6 punten

Answer 2

1. verankerd in waarden
2. van jongs af aan ingesleten
3. gebaseerd op veel kennis
4. mensen om je heen hebben dezelfde attitude
5. makkelijk en snel op te roepen
6. selectieve perceptie door de attitude

Question 3

Wat is de social judgement theorie?

Answer 3

1. je kan een boodschap nooit neutraal verwerken
2. Afhankelijk van of de attitude sterk of zwak is, zal je de boodschap verwerpen of accepteren
3. het acceptatiegebied is groter bij een zwakke attitude en het verwerkingsgebied is groter bij een sterke attitude.

Question 4

Welke 2 effecten kunnen er onstaan volgens de social judgement techniek als je iemand een boodschap stuurt?

Answer 4

1. Assimilatie effect: de boodschap ligt volgens de persoon dichterbij hun attitude dan in de realiteit, dus hij veranderd de attitude niet
2. contrast effect: de boodschap ligt volgens de persoon verder weg van hun attitude dan in realiteit, dus bij veranderd de attitude niet.

Question 5

Wat zijn de 6 functies van een attitude?

Answer 5

1. knowledge: begrip van de wereld
2. value expressive: uitdrukken van waarden
3. utilitarian: beloningen nastreven en straffen voorkomen (hard werken is goed want dan krijg ik promotie)
4. social adjustive: sociale goedkeuren door je aan te passen
5. social identity: vorming van wie je bent
6. ego-defensive: beschermen tegen bedreigingen van ons zelfbeeld (ik ben niet lui, jij bent gewoon kut)

Question 6

Wat is de functionele benadering?

Answer 6

Mensen hebben om verschillende redenen attitudes, een boodschap die gericht is op de functie is het meest overtuigend.

Question 7

Wat is de theory of reasoned action theorie?

Answer 7

Waarom mensen gedrag vertonen

Question 8

Wat zijn de 3 aspecten waardoor gedrag in stand komt?

Answer 8

1. intentie
2. vaardigheden (zelfbeheersing)
3. situationele beperkingen

Question 9

door wat komt intentie tot stand?

Answer 9

1. attitude
2. waargenomen normen: sociale druk
3. ingeschatte zelfbeheersing

Question 10

Wat zijn de 2 categorieën van waargenomen normen?

Answer 10

Injuctief: Wat je denkt dat belangrijke andere van je verwachten
Descriptief: Wat belangrijke andere zelf zouden doen