College 2: Behaviorisme Flashcards
S-R psychologie
Er wordt gekeken naar de relatie tussen stimuli en de respons.
Wat is het schema van behaviorisme?
Input (stimulus) –> blackbox –> output
Neobehaviorisme
Je kijkt hierbij wel naar de mentale processen van het organisme. Hierbij is de blackbox vervangen door ‘organisme’.
Hoe wordt leren door behavioristen ook wel genoemd?
Conditioneren
Determinisme
Door te kijken naar eerdere ervaringen, toekomstige ervaringen en stimuli kan je iemands respons met 100% zekerheid voorspellen.
Belangrijke behavioristen
Watson, Pavlov, Skinner, Thorndike, Bandura
Hoe werkt klassieke conditionering? Noem de stappen
- Er wordt een neutrale stimulus gebruikt (hierop wordt geen reactie gegeven.
- Deze neutrale stimulus wordt kort gepresenteerd voordat de ongeconditioneerde stimulus wordt gepresenteerd.
- De neutrale stimulus wordt na een tijdje een geconditioneerde respons
Hoe wordt klassieke conditionering ook wel genoemd?
Signaal leren: de geconditioneerde stimulus geeft een sociaal dat de ongeconditioneerde stimulus eraan komt.
Associatie bias
Associaties tussen bepaalde stimuli worden sneller gemaakt dan tussen andere stimuli.
Rol van contiguiteit speelt een rol bij klassieke conditionering waarom is dat?
De tijd tussen de GS en de OGS moet kort zijn en de GS moet voor de OGS gepresenteerd worden.
De timing en de nabijheid is dus erg belangrijk bij deze vorm van conditioneren.
Spontaan herstel
Na een periode van extinction keert de GR terug na de GS. de GR is wel zwakker dan eerst.
Generalisatie
Hetzelfde reageren op andere stimuli als op de GS.
Stimulus discriminantie
Vindt plaats als de ene GS voorafgaat aan de OGS en de andere GS voorafgaat aan geen OGS
Law of readiness
Mensen leren het beste wanneer ze er fysiek en mental ‘klaar’ voor zijn (concentratie/motivatie)
Law of exercise
Herhaling maakt de link tussen de stimulus en de respons sterker.
Law of effect
Responses die worden gevolgd door een beloning worden versterkt en door straf afgezwakt of verdwijnen zelfs.
Revised law of effect
Beloningen bekrachtigen gedrag maar straffen heeft een indirect effect op leren
Operante conditionering
Een respons dat gevolgd wordt door een reinforcer zal stijgen in frequentie
Wat is het verschil tussen klassieke en operante conditionering?
Operante conditonering:
1. Vindt plaats wanneer een respons wordt opgevolgd door een reinforcer.
2. Klassieke en operante leermodellen zijn verschillend en worden gebruikt bij verschillende vormen van leren
Reinforcer
Stimulus of gebeurtenis dat de frequentie van een respons laat toenemen
Wat zijn de sleutelpunten van een reinforcer?
- De reinforcer moet de respons opvolgen
- De reinforcer moet onmiddelijk volgen
- De reinforcer moet alleen gegeven worden als de gewenste respons is vertoont
Primaire reinforcers
Bekrachtigers die van nature werken, zonder voorafgaande leerervaring
Secundaire reinforcers
Een neutrale stimulus die een reinforcer is geworden door een associatie met een andere reinforcer
Positieve reinforcers
De aanwezigheid van een reinforcer na een respons
Activiteits reinforcer
Een plezierige activiteit in het vooruitzicht stellen
Negatieve reinforcer
De afwezigheid van een straf of onplezierige stimulus na een respons. Is niet hetzelfde als een straf.
Shaping/successive approximations
Nieuw gedrag aanleren door de stapjes naar het gedrag toe steeds te belonen. Als het gedrag is aangeleerd bouw je het belonen van de tussenstapjes af en beloon je alleen de gewenste respons.
Chaining
een volgorde van gedragingen leren door eerst het stapje te beoordelen, dan het tweede en zo door. Dit doe je om tot complexe gedragingen te komen.
Extinctie
Een respons verminderd in frequentie omdat er geen reinforcer op volgt.
Extinction burst
Dit treedt op bij extinctie. Je hoopt eerst dat de reinforcer alsnog volgt waardoor het gedrag juist vermeerderd of verandert.
Continuous reinforcement
Elke respons wordt bekrachtigd met reinforcement.
Intermittent reinforcement
Sommige responsen worden bekrachtigd en de anderen niet.
Ratio schema
Reinforcement na een bepaald aantal responses
Interval schema
Reinforcement op basis van verstreken tijd.
Differential rates of responding
High: iets vaak doen binnen een bepaalde tijd.
Low: iets weinig doen binnen een bepaalde tijd.
Antecedenten stimuli
Dit zijn stimuli die bepaald gedrag wel uitlokken en ander gedrag niet. Het zijn hints die je helpen te herinneren hoe je je moet gedragen om de gewenste antecedent respons te tonen
Discriminatieve stimulus
Een prikkel die wijst op een verhoogde kans op bekrachtiging
Cueing of prompting
Een hint over hoe je je moet gedragen
Setting events
De omgeving lokt bepaald gedrag uit
Generalization gradient
De response ook vertonen bij stimuli die veel lijken op de discriminatieve stimulus
Stimulus discriminantie
Aanleren dat de reinforcement volgt als een bepaalde stimulus aanwezig is en niet als deze afwezig is
Behavioral momentum
Het is waarschijnlijker dat een persoon de gewenste respons laat zien, als hij veel responses geeft die erop lijken.
Active avoidance learning
Opzettelijk een respons wel vertonen om een aversieve stimulus te vermijden
Passive avoidance learning
Opzettelijk een respons niet vertonen om een aversieve stimulus te vermijden
Positieve straf
Het toedienen van iets onplezierigs
negatieve straf
Het wegnemen van iets onplezierigs
Elation effect
Motivatie om de respons te vertonen wordt verhoogd als de reinforcement vaker voorkomt of groter wordt
Depression effect
Motivatie om de respons te vertonen wordt verlaagd als de reinforcement kleiner wordt
Behavioral contrast
Verbeterd gedrag in een bepaalde context kan leiden tot meer gedragsproblemen in een andere context
Mastery learning
Een instructietechniek waarbij leerlingen stof moeten leren in een les voordat ze naar de volgende les mogen
Backward design
Eerst de leerdoelen vaststellen en dan pas besluiten als leraar welke lessen je gaat geven om de doelen aan te leren
Applied Behavior Analysis
Een interventie waarbij met behulp van behavioristische leerprincipes gedragsproblemen worden aangepakt.
ABC-methode
A: antecedents
B: behaviors
C: consequenties
Group contingency
De hele groep moet het gewenste gedrag laten zien om een reinforcer te verdienen