College 1: Introductie Flashcards

1
Q

Nature-nurture debat

A

Het debat over of iets aangeboren is of aangeleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leren

A

Een langetermijn verandering in de mentale representaties of associaties als resultaat van een ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Passief proces

A

Je leert iets zonder dat je er iets voor doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Actief leren

A

De persoon die leert moet iets doen. Dit kan fysiek zijn maar ook mentaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Behavioristen (denkwijze)

A

De focus van leren moet liggen in veranderingen in gedrag ipv de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Basic research

A

Specifieke leerprocessen onderzoeken onder gecontroleerde omstandigheden, vaak in een laboratorium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Applied research

A

Leerprocessen van mensen onderzoeken in realistische taken en settings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leerprincipes

A

Beschrijven bepaalde factoren die het leren beïnvloeden en de specifieke effecten/gevolgen van die factoren.
Leerprincipes zijn vaak stabiel: ze keren steeds weer terug in verschillende situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Leertheorieën

A

Geven verklaringen over de onderliggende mechanismen van leren, waarom bepaalde factoren belangrijk zijn.
Theorieën zijn onderhevig aan veranderingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Introspectie

A

Mensen werd gevraagd om ‘in hun hoofd’ te kijken en te beschrijven wat ze dachten. Onderzoekers gingen bij zichzelf na wat ze deden en leerden dit aan anderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Behaviorsme (theorie)

A

Keken naar menselijk gedrag als respons op omgevingsfactoren (stimuli).
Je kunt mensen zien als een black box: je kunt niet zien wat er in het brein gebeurt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Sociale leer theorie

A

Keken naar hoe mensen leren van observatie en imitatie van modellen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Cognitivisme

A

Belangrijk om denkprocessen systematisch in kaart te brengen.
Wanneer iemand een gedragsverandering laat zien is er geleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Sociaal cognitieve theorie

A

Samenstelling van de sociale leer theorie en het cognitivisme.
Kijkt naar de wisselwerking tussen persoon en omgeving (cognitie, omgeving en gedrag)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Cognitieve neurowetenschappen

A

Houden zich bezig met het bestuderen van de hersenen door nieuwe technologische innovaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de voordelen van theorieën in vergelijking met principes?

A
  1. Ze zijn overzichtelijk
  2. Genereert nieuw onderzoek/nieuwe onderzoeksvragen
  3. Theorieën helpen ons om onderzoeksbevindingen te verklaren en te begrijpen.
  4. Theorieën geven aangrijpingspunten om instructiemethoden en behandelingen op te zetten.