Col. 7- Perceiving Motion Flashcards
Boek H8
Akinetopsia
hersenschade –> geen beweging kunnen waarnemen
- personen verschijnen en verdwijnen
- sociale events niet begrijpen
Apparent motion
object op 2 verschillende posities snel na elkaar –> lijkt van ene naar andere plek te bewegen
- zelfde hersengebieden actief als bij perceptie real motion
- hele hoge snelheid –> lijkt ergens doorheen te bewegen
- lagere snelheid + je weet dat eigenlijk niet ergens doorheen kan –> lijkt er omheen te bewegen
Induced motion
stilstaand object lijkt te bewegen als objecten eromheen bewegen
Motion aftereffects
lang kijken naar iets wat in één richting beweegt en daarna naar stilstand object, dan stilstaand object lijkt in tegengestelde richting te bewegen (waterval-effect)
Optic array
patroon van door objecten gerefelecteerde lichtstralen tov bepaald punt in de ruimte
Optic flow
transformatie van de optic array door proces van covering&uncovering van achtergrond
- lokaal; dan zijn er bewegende objecten die patroon van reflectie verstoren –> motion perceptie
- globaal: algehele array verandert; dan beweegt de HELE omgeving –> jij beweegt –> geen motion perception
Reichardt detector
- 2 aan elkaar geschakelde neuronen met eigen receptieve veld
- output van 1e neuron gaat naar delay-cel, –> vaste vertragingstijd
- output van delay-cel EN 2e neuron naar comparator-cel
- comparator-cel: verm. output van delay-cell met neuron 2; even groot –> grote output van comparator cel –> er is beweging geweest van 1 naar 2 gedurende tijd=delay-tijd
- vertraging is constant, afstand tussen beide receptieve velden staat vast –> info over snelheid
- Reichardt detector is specifiek voor bepaalde afstand, bepaalde tijd en bepaalde richting
Corollary discharge theorie
motion perceptie obv 3 typen signalen:
* image displacement signal * motor signal * corollary discharge signal - CDS en IMS gaan naar brein TOE, één van beide aanwezig --> bewegingsperceptie - zowel CDS en IMS input voor brein EN beide even groot + tegengesteld --> géén bewegingsperceptie - als álles beweegt (= jij beweegt) heb je niets aan Reichardt detectoren
Image displacement signal (IDS)
als object beweegt, dan verplaatst/verandert retinabeeld van object
Motor signal (MS)
motorisch signaal vanuit brein naar oogspieren
Corollary discharge signal (CDS)
kopie van het motorisch signaal wordt ook naar ander gedeelte van brein verstuurd (cc in een email)
Real motion neurons
neuronen worden geactiveerd als object over retina beweegt terwijl ogen stil staan (corollary discharge theorie; wel IDS geen CDS)
- ogen bewegen, object stil–> exact zelfde effect op retina, (zowel IDS al CDS) maar géén activatie –> géén bewegingsperceptie
- gevoelig voor beweging in één richting
STS-area
gebied gevoelig voor biologische bewegingen; mensen en/of dieren
MST-area
gebied voor processing optic flow, objecten lokaliseren en ernaar reiken
MT-area
cortexgebied gevoelig voor richting en snelheid
Representational momentum
foto’s/ momentopnames die beweging impliceren (= implied motion) –> onbewust gaat beweging door in hoofd
Event
tijdssegment op bepaalde locatie met duidelijk begin en eind
Event boundary
moment van overgang tussen twee events
- gekenmerkt door verandering in aard van beweging
Real motion
de objecten waarvan je beweging waarneemt bewegen ook écht op die manier en in die richting
Ecologische psychologie (Gibson)
info over beweging bevindt zich in WERELD, NIET in retina
- bewegingsperceptie kan alleen obv interacties individu-omgeving
Apertuur probleem
bewegend object > afmetingen receptieve veld, dan info obv 1 receptief veld geeft misleidende info over richting als je randen van object niet kunt zien
Shortest path constraint
principe voor apparent motion; je neemt beweging waar volgens kortst mogelijke pad tussen de twee positief
Implied motion
“freeze frame” afbeelding van beweging –> beweging gaat door in gedachten (= representational momentum)