Col. 6- Perceiving Objects & Scenes Flashcards
Inverse projection problem
belichtingspatroon op retina is willekeurig (kan door div objecten met div oriëntaties) –> hoe bepalen welk object het beeld veroorzaakt?
- retinabeeld is afh van hoek waaronder je kijkt
Viewpoint invariance
in staat zijn om object te herkennen onafhankelijk van hoek van waaruit je kijkt
Perceptuele organisatie
oplossingsstrategie; elementen in omgeving perceptueel groeperen
- grouping
- segregatie
Grouping
elementen die bij zelfde object horen bij elkaar nemen, div theorieën voor hoe groeperen:
- structuralisme
- gestalt psychologie
Segregation
individuele objecten onderscheiden obv elementen die duidelijk NIET bij zelfde object horen
- ene element voor andere element
- duidelijke grens tussen twee elementen
Structuralisme
Opvatting dat perceptie is optelsom van sensaties van alle losse elementen + eerdere kennis
Gestalt psychologie
Opvatting dat geheel is NIET gelijk aan de som der delen, bewijs:
- apparent motion
- illusory contours
- > eerdere ervaringen NIET essentieel voor perceptie
Apparent motion
3 posities van zelfde object snel achter elkaar –> lijkt te bewegen
= “tussenposities” zijn er niet, maar wel perceptie!
Illusory contours
vorm-contouren lijkt gedefinieerd door de contouren van andere objecten
= vorm is er niet, maar wel perceptie!
Principle of good continuation
- lijnen volgen soepelste pad, = minste hoeken
- lijnstuk niet zichtbaar, dan gaat in zelfde lijn door
Principle of good figure (= siplicity
patronen worden zó gezien, dat uiteindelijke figuur zo simpel mogelijk
Principle of proximity
elementen dicht bij elkaar –> groep
Principle of similarity
elementen met zelfde eigenschappen –> groep
Principle of common fate
elementen die in zelfde richting bewegen –> groep
Principle of uniform connectedness (= closure)
elementen met elkaar verbonden –> groep