Col. 4- Cortical Organization Flashcards
Boek H4+7(gedeeltelijk)
Retinotopische map
spatiële cortexorganisatie; bepaald punt op retina correspondeert met bepaalde locatie in striate cortex
- ruimtelijke positie t.o.v. omgeving blijft behouden
Crotical magnification
locaties dichter bij fovea beslaan een groter oppervlak in de cortex –> grotere resolutie door kolomorganisatie
Locatie kolommen
in cortex van buiten naar binnen, dan alle neuronen op zelfde lijn hebben receptief veld op ongeveer zelfde locatie op retina
Oriëntatie kolommen
in cortex van buiten naar binnen, dan alle neuronen op zelfde lijn zijn gevoelig voor zelfde oriëntatie
- kolommen voor verschillende oriëntaties liggen naast elkaar BINNEN locatie kolom
Hyperkolom
1mm brede locatiekolom die alle mogelijke oriëntatie kolommen bevat
Tiling
waarnemen van beelden obv een hyperkolom per receptief veld
Dorsale baan
functionele organisatie; = prariëtale baan, = waar/hoe-pad, = actie systeem
Ventrale baan
functionele organisatie; = temporale baan, = wat-pad, = perceptie systeem
- herkennen van objecten
Object-discrimination task
juiste object onderscheiden obv vorm
- ventrale baan nodig
Landmark-discrimination task
juiste object kiezen obv positie tov bepaalde landmark
- dorsale baan nodig
Visual form agnosia
schade ventrale baan; objceten/ oriëntaties herkennen en benoemen lukt niet, er op een correctie manier mee/naar bewegen wel (brief actief posten goed)
- perceptie niet goed, actie wel
Optische ataxie
schade dorsale baan; objecten oriëntaties inschatten gat goed, er op correcte manier naar bewegen lukt niet (brief actief posten slecht)
- perceptie goed, actie niet
Modulariteit
Er zijn specifieke cortex gebieden van groepen cellen die gevoelig zijn voor een bepaald type stimuli
- fusiforme face area
- PPA
- EBA
- IT-cortex
PPA
activiteit correspondeert met ruimtes/ gebouwen
EBA
activiteit correspondeert met lichaamsvormen
Distributed representation
1 stimulus activeert meerdere modules
- activiteit verspreid over hele cortex
- veel stimuli zijn multidimensioneel
- -> represtentatie stimulus obv activiteit verdeeld over hele cortex
MTL (o.a. hippocampus)
bevat kennis voor top-down processing, neuronen coderen voor heel CONCEPT
- -> herinneren (en beetje herkennen)
- 1 aspect concept geactiveerd –> hele concept geactiveerd
- ook onthouden van landmarks
Decision-point landmark
herkenningspunt op kruispunten/ afslagen in route –> herkennen welke afslag je moet kiezen
- wordt meest naar gekeken tijdens navigeren
- meest essentieel voor succesvol navigeren
- meeste hersenactiviteit bij “herinneren” van dat landmark
Non-decision-point landmark
herkenningspunt op route waar je NIET van richting kunt veranderen
Cognitieve map
representatie van spatiële layout van doolhof herinneren –> altijd naar een bepaald doel toe kunnen onafhankelijk van startpunt
- obv exploratie
Plaats cel
neuron die codeert voor bevinden op bepaalde plaats
Grid cel
neuron die actief wordt bij bevinden op MEERDERE locaties; elke locatie is hoekpunt van raster
- elk hoekpunt van raster activeert zelfde neuron
- meerdere rasters die bij andere neuronen horen vlak naast elkaar
- verplaatsing –> bepaald atcivatiepatroon gridcellen –> bewegingsrichting en afstand
Head-direction cel
neuronen die coderen voor richting waarin je geöriënteerd staat
Border cel
neuronen die coderen voor bevinden aan een grens van de omgeving
Statische oriëntatie matching
passief inschatten en rapporteren welke oriëntatie een bepaald object heeft
- ventrale baan
Prosopagnosie
schade temporaal (= ventrale baan) –> geen gezichten meer herkennen, wel stem
Mind- body probleem
hoe worden fysieke processen (AP’s) getransformeerd naar rijke, perceptuele ervaringen?
Topografische agnosie
geen landmarks kunnen herkennen