Chapter 5 Flashcards

1
Q

Wundt

A

(Leerling v Helmholtz)
Onderzoek naar reactietijden:
- perifere reactietijden = impuls in je dij komt sneller bij de hersenen aan dan impuls in je voet (al door Helmholtz)
- centrale reactietijden = hoelang het duurt om over iets na te denken (specifiek Wundt); brein heeft tijd nodig om informatie te verwerken en naar bewustzijn te brengen
–> idee van reactietijden mondde uit in: mentale chronometrie = snelheid v informatieverwerking

Wat houdt extra tijd in die nodig is voor uitvoeren van steeds complexere taken?
- Catell (leerling v Wundt): ‘motor time’ = meer tijd nodig om spieren aan te sturen
- Wundt: ‘will time’ = je meet het bewustzijn

Experimentele Psychologie (grijpt terug op Locke) : alleen geschikt om perceptie en fysieke causaliteit (= vaker gezien? snellere reactie) te onderzoeken in experimentele studies
Völkerspsychologie/voluntaristische psychologie (grijpt terug op Leibniz) : actieve geest en apperceptie bestuderen + hoe doe je creatieve synthese (= elementen in je bewustzijn combineren op een nieuwe manier); gaat over psychische causaliteit (= de oorzaak van je gedrag is de geest zelf, niet de omgeving)
–> andere methode van studie: introspectie (naar binnen kijken) = vragen om te rapporteren wat de elementen van bewustzijn zijn; hoe ervaar je dingen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt de substractieve methode van Donders in?

A

Methode waarin je systematisch taken moeilijke maakt en kijkt hoeveel langer mensen erover doen om op die taken te reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Titchener

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly