chapter 14 depressie en schizofrenie Flashcards

1
Q

wat is het serotonine transporter gen? (STG)

A

speelt rol bij de transport van serotonine en zorgt dat het na afgifte weer word opgenomen door neuronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn cytokines?

A

dit zijn eiwitten in het immuunsysteem die energie wil besparen wanneer men stress ervaart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is hemisferische dominantie?

A

een hersenhelft is dominanter en neemt de leiding in taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is tricyclische antidepressiva?

A

blokkeert heropname van serotonine, dopamine en noradrenaline wat leidt tot hoger gehalte daarvan in de hersenen. ze blijven langer in de synaptische spleet ( imipramine )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is selectieve serotonine heropname remmers? (SSRIs)

A

binden alleen aan serotonine receptor en blokkeren de heropname van serotonine. hebben minder bijwerkingen als tricyclia maar dezelfde effectiviteit ( fluoxetine )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is serotonine noradrenaline heropname remmers? (SNRIs)

A

blokkeren heropname van serotonine en noradrenaline. in tegenstelling tot andere antidepressiva verbeteren ze aspecten van geheugen. ( duloxetine )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn monoamine oxidase-remmers? ( MAOIs)

A

blokkeren het enzym monoamine oxidase (MAO), een enzym dat catecholamines en serotonine inactief maakt. heeft gevaarlijke bijwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is het ‘cheese effect’?

A

dit is een bijwerking van MAO-remmers, waarbij de combi van de remmers met tyramine een levensgevaarlijke hoge bloeddruk kan veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is atypische antidepressiva?

A

diverse groep van antidepressiva, die vooral heropname van dopamine en norepinefrine blokkeert. ( bupropion )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat zijn NMDA-receptor antagonisten?

A

remming van glutamaat NMDA, en verhogen vorming van nieuwe synapsen ( ketamine )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is st. John Wort?

A

kruid met hetzelfde effect als antidepressiva. bijwerking is dat het effectiviteit van andere medicatie afbreekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is een ‘brain-derived neurotrophic factor’? ( BDNF )

A

dit is wanneer je een lager niveau hebt van neurotrofines en is belangrijk voor het leren, synaptische plasticiteit en proliferatie van neuronen in de hippocampus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een differentiele diagnose?

A

een diagnose die gemaakt moet worden in geval van schizofrenie om andere aandoeningen uit te sluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is concordantie?

A

percentage familieleden met aandoening, hoe closer met familielid hoe groter kans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is DISC1?

A

een specifiek gen dat differentiatie en migratie van neuronen in hersenontwikkeling controleert, de productie van dendritische vertakkingen controleert, de generatie van nieuwe neuronen in hippocampus controleert en grote rol speelt bij leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is microdeletie?

A

het verwijderen van een klein deel van een chromosoom

17
Q

wat is de neurodevelopmental hypothese?

A

stelt dat prenatale of neonatale invloeden ( genetisch/omgeving ) abnormaliteiten produceren in het ontwikkelende brein

18
Q

wat is de two-hit hypothese?

A

schizofrenie is resultaat van combinatie van genetische aanleg en omgeving in prenatale/neonale ontwikkeling

19
Q

wat is de season-of-birth effect?

A

neiging voor mensen om een iets grotere kans te hebben op schizofrenie wanneer ze in de winter zijn geboren

20
Q

wat is chloorpromazine?

A

dit is het allereerste antipsychoticum die de positieve symptomen van schizofrenie vermindert

21
Q

wat is de dopaminetheorie van schizofrenie?

A

stelt dat schizofrenie gevolg is van excessieve activiteit in dopaminesynapsen in bepaalde hersengebieden. vooral vaak sterker in basale ganglia bij het reageren op stressoren

22
Q

wat doet het mesolimbocorticale systeem?

A

systeem is betrokken bij beloning en plezier

23
Q

wat doet het mesostriatale systeem?

A

betrokken bij motorische controle

24
Q

wat is tardieve dyskinesie?

A

na langdurig gebruik van bepaalde medicijnen kun je onvrijwillige bewegingen ontwikkelen

25
Q
A