chapter 0.4 Flashcards
de baby
0 tot 3 maanden: het kijkstadium
De baby leert spieren van het gezicht (zoals de ogen) en
de nek gebruiken. Zo leert hij bewegende voorwerpen of
personen volgen met zijn ogen. De nek wordt sterker, zodat
het kind vanuit buiklig zijn hoofdje rechtop kan houden. Zo kan
hij beter rondkijken
4 tot 6 maanden: het grijpstadium
Het kind leert schouders en armen gebruiken. Het leert ook grijpen: met zijn handen reiken naar
voorwerpen en ze vastnemen. Dat is het begin van de oog-handcoördinatie. In buiklig kan het kind
steunen op de ellebogen. Rond 5 maanden kan het vanop zijn buik naar zijn rug rollen. Het kind kan
rechtop blijven zitten als het voldoende steun heeft, zoals in een kinderstoel. Aan het einde van deze fase
leert het kind ook rollen van ruglig naar buiklig.
7 tot 9 maanden: het zitstadium
Het kind leert zitten zonder dat het steun nodig heeft. Het heeft nu de handjes vrij en kan dus vlotter
beginnen te spelen
10 tot 12 maanden: het kruipstadium
Het kind leert kruipen en zich rechttrekken. Het leert staan en stappen met de steun van een meubel of
een volwassene. Beetje bij beetje leert het stappen zonder steun, al gebeurt dat vaak pas na 12 maanden.
Ook de vingers worden beter beheerst. Rond 11 maanden kan de baby de pincetgreep toepassen: kleine
spulletjes vastnemen tussen duim en wijsvinger.
De oog-handcoördinatie wordt meer en meer verfijnd: sommige baby’s kunnen nu zelf een lepel naar de
mond brengen, een blokje op een ander blokje plaatsen, potjes in elkaar zetten …
Vanaf 12 maanden: het loopstadium
Het kind leert zelfstandig stappen
Accommodatie
aanpassing van bestaande kennis of vaardigheden aan nieuwe situaties
Adaptatie
aanpassing aan de omgeving
Adaptatie
aanpassing aan de omgeving
Exploratiedrang
de behoefte van een kind om zijn omgeving te onderzoeken
Intentioneel
doelbewust
Sensomotorische fase
: fase van 0 tot 2 jaar in de cognitieve ontwikkeling waarin het kind leert door
zijn zintuigen te gebruiken en te bewegen
veilige hechting
de ouders geven het kind liefdevolle aandacht en kalmeren en troosten het wanner dat nodig is
afwerende hechting
de ouders zijn vaak onvoorspelbaar in hun reacties. de ene keer geven ze hun kind aandacht , de andere keer laten ze het aan zijn lot over.
vermijdend hechting
de ouders reageren afstandelijk op noden van hun kind. het hechtingsgedrag van het kind word genegeerd