chapter 0.2 Flashcards

ontwikkeling

1
Q

nature

A

aangeboren en een erfelijke eigenschappen die het individu al van in de baarmoeder meekrijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

nurture

A

eigenschappen die het individu meekrijgt via de omgeving : opvoeding , onderwijs , cultuur….

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

macrosysteem

A

cultuur , wetten , gewoontes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

exosysteem

A

(sociaal) media , buurt , voorzieningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

mesosysteem

A

is een systeem dat bestaat uit microsystemen en omvat de verbinding tussen de thuiswereld en schoolwereld, tussen vriendengroep en het gezin, en tussen het gezin en de buurtgemeenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

microsysteem

A

gezin , school , vriendin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

individu

A

is één enkel persoon, dier of object die als zelfstandige entiteit is te onderscheiden binnen een groep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke ontwikkelingsgebieden zij er

A

1) fysieke ontwikkeling
2) cognitieve ontwikkeling
3) socio-emotionele ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fysieke ontwikkeling

A

-ontwikkeling lichaamsbouw
-fijne motoriek
-grove motoriek
-sensomotorishe ontwikkeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

cognetieve ontwikkeling

A

-geheugen
-taal
-waarneming
-denken
-kortetermijngeheugen
-passieve taal
-actieve taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

socio-emotionele ontwikkeling

A
  • sociale ontwikkeling
  • affectieve of emotionele ontwikkeling
  • morele ontwikkeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

prenatale fase

A

bevruchting geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

baby

A

0-1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

peuter

A

1-3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kleuter

A

3-6 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

schoolkind

A

6-12 jaar

17
Q

adolescentie

A

12-20 jaar

18
Q

vroege volwassenheid

A

20-30 jaar

19
Q

middenvolwassenheid

A

30-65 jaar

20
Q

latevolassenheid

A

65-… jaar