chapitre 3 Flashcards
een verplichting/verbintenis
une obligation
een subjectief recht
un droit subjectif
een schuldenaar
un débiteur
een schuldeiser
une créancier
een schuldvordering
une créance
een schuld
une dette
een middelenverbintenis
une obligation de moyen
een resultaatsverbintenis
une obligation de résultat
een opschortende voorwaarde
une condition suspensive
een ontbindende voorwaarde
une condition résolutoire
een potestatieve voorwaarde
une condition petestative
een hoofdelijke verbintenis
une obligation solidaire
een ondeelbare verbintenis
une obligation indivisible
een informatieplicht
une obligation d’information
een bevoegdheidsbeding
une clause attributive de compétence
een beding inzake forumkeuze
une clause d’élection de for
zijn verplichtingen uitvoeren
exécuter ses obligations
een opeisbare, zekere en vaststaande schuldvordering
une créance exigible, certaine et liquide
te goeder trouw
de bonne foi
te kwader trouw
de mauvaise foi
de betaling
le paiement
een subrogatoire betaling
un paiement subrogatoire
de verjaring
la prescription
de schuldvergelijking
la compensation
de schuldvernieuwing
la novation
de schuldvermenging
la confusion
de kwijtschelding van een schuld
la remise d’une dette
een misdrijf
un delit
een oneigenlijk misdrijf
un quasi-delit
de nalatigheid
la négligence
het verzuim
l’abstention
opzettelijk
intentionnel
een onvoorzichtigheid
une imprudence
onvoorzienbaar
imprévisible
een overeenkomst
un contrat
onderhands
sous seign privé
een wederkerige overeenkomst
un contrat synallagmatique
een eenzijdig contract
un contrat unilatéral
een contract onder bezwarende titel
un contrat à titre onéreux
een contract ten kosteloze titel
un contrat à titre gratuit
een vergeldend contract
un contrat commutatif
een kanscontract
un contrat aléatoire
een contract waarover de partijen hebben kunnen onderhandelen
un contrat de gré à gré
de zaakwaarneming
la gestion d’affaire
een onbenoemd contract
un contrat innommé
een benoemd contract
un contrat nommé
een formeel of vormelijk contract
un contrat solennel
een zakelijk conract
un contrat réel
een consensueel contract
un contrat consensuel
de verrijking zonder oorzaak
l’enrichissement sans cause
een onverschuldigde betaling
un paiement indu
de wilsovereenstemming
l’accord de volonté
de overeenstemming
un accord
de contractsvrijheid
la liberté contractuelle
een tegenprestatie
une contrepartie
een contract onderhandelen
negociér un contrat
het beding van een contract
une clause d’un contrat
de contractanten
les parties contractantes
zich verbinden jegens de andere
s’obliger l’un à régard de l’autre
zich verbinden
s’engager
een contract afsluiten
conclure un contrat
een contract uitleggen
interpréter un contrat
de interpretatie
l’interprétation
een contract beëindigen
résilier un contrat
een contract wijzigen
modifier un contrat
de beëindiging
la résiliation
een overeenkomst verbreken
rompre un contrat
een contract ontbinden
résoudre un contrat
stilzwijgend
tacite
de vernietiging
la résolution
de nietigverklaring
l’annulation
een oorzaak van nietigheid
une cause de nullité
de niet-nakoming
le non respect
de geldigheidsvoorwaarden van een contract
les conditions de validité du contrat
de toestemming
le consentement
de bekwaamheid
la capacité
het voorwerp
l’objet
de oorzaak
la cause
de gebreken in de toestemming
les vices du consentement
de dwaling
l’erreur
het bedrog
le dol
het geweld
la violence
de benadeling
la lésion
het lichamelijk letsel
la lésion corporelle
een dwang
une contrainte
een dwangsom
une astreinte
een bewijs
une preuve
bewijs van het tegendeel
preuve contraire
de bewijslast
la charge de la preuve
een bewijsmiddel
un moyen de preuve
een bewijsstuk
une pièce à conviction
de bewijsvoering
l’administration de la preuve
bewijzen
prouver
beweren/aanvoeren
alléguer
de toelaatbaarheid
l’admissibilité
een vermoeden
une présomption
een weerlegbaar vermoeden
une présomption réfragable
een onweerlegbaar vermoeden
une présomption irréfragable
de bekentenis
l’avue
de eed
le serment
de bewijskracht
la force probante
op grond van niet-ontvankelijkheid
une fin de non recevoir
de aansprakelijkheid
la responsabilité
de foutaansprakelijkheid
la responsabilité aquilienne
de buitencontractuele aansprakelijkheid
la responsabilité quasi-delictuelle
de contractuele aansprakelijkheid
la responsabilité contractuelle
een aansprakelijkheidsvordering instellen
introduire une action de responsabilité
aansprakelijk zijn voor
être responsable de
de verantwoordelijkheid op zich nemen
engager sa responsabilité
een fout/ onrechtmatige daad
une faute
een zware fout
une faute lourde
de schade
le dommage
een schadegeval
un sinistre
materiële schade
le dommage matériel
lichamelijke schade
le dommage corporel
geestelijke schade
le dommage moral
het oorzakelijk verband
le lien causal
een schade uitlokken/veroorzaken
provoquer un dommage
schadeloos stellen
indemniser un préjudice
de schadeloosstelling
la réparation
een schadevergoeding toekennen
accorder une indemnisation
schade ondervinden
subir un préjudice
een schadevergoeding
des dommages et intérêts
een strafbeding
une clause pénale
vrijwaring van aansprakelijkheid
exoneration de responsabilité
de overmacht
la force majeure
een toeval
un cas fortuit
de verdeling van de aansprakelijkheid
un partage de responsabilité
de billijkheid
léquité
de terugwerkende kracht
la rétroactivité
een misbruik van recht
un abus de droit
burenhinder
un trouble de voisinage
tegenstelbaarheid aan derden
l’opposabilité aux tiers
de derde-medeplichtigheid
la tierce-complicité
de huur
le bail
verhuren
donner en location
huren
louer
een huurder
un locataire
de verhuurder
le bailleur
huurprijs
le loyer
een huurovereenkomst van hoofverblijfplaats
un bail de résidence principale
een handelshuurovereenkomst
un bail commercial
een pacht
un bail à ferme
een behoorlijke huisvesting
un logement décent
een plaatsbeschrijving
un état des lieux
een brandverzkering
une assurance incendie
een huurwaarborg
une garantie locative
de lasten
les charges
de grote herstellingen
les grosses réparations
een indexatie
une indexation
de registratie van de overeenkomst
l’enregistrement du bail
de overdracht van huur
le cassion du bail
een onderhuur
une sous-location
de herziening van de huurprijs
la révision du loyer
een opzeggingstermijn
une préavis
de huur opzeggen
résilier le bail
een opzeggingsbrief ontvangen
recevoir une lettre de résiliation
de vroegtijdige opzegging van een huurovereenkomst
la résiliation anticipée d’un bail
een uitzetting
une expulsion
De verkoop
la vente
verkopen
vendre
vervreemden
aliéner