Ch5-4 Flashcards
1
Q
Conserver
A
Bewaren
2
Q
Conscient / consciemment
A
Bewust
3
Q
Inconscient/ inconsciemment
A
Onbewust
4
Q
Le concurrent
A
De concurrent
5
Q
La concurrence
A
De concurrentie
6
Q
Concurrencer
A
Concurreren
7
Q
Le but
A
De doelstelling
8
Q
Efficace
A
Doeltreffend / efficiënt
9
Q
Divertissant
A
Entertainen
10
Q
Le facteur
A
De factor
11
Q
La donnée
A
Het gegeven
12
Q
Recueillir des données personnelles
A
Persoonlijke gegevens verzamelen
13
Q
En avoir assez de qqchose
A
Genoeg hebben van iets
14
Q
Drole
A
Grappig
15
Q
Être au courant de
A
Op de hoogte zijn van