Ch3-1 Flashcards
1
Q
Nourrir
A
Voeden
2
Q
La nutrition/alimentation
A
De voeding
3
Q
La tendance alimentaire
A
De voedingstrend
4
Q
Substance nutritive
A
De voedingsstoffen
5
Q
La nourriture
A
Het voedsel
6
Q
La santé
A
De gezondheid
7
Q
(Mal)sain
A
(On)gezond
8
Q
Problème de santé
A
Het gezondheidsprobleem
9
Q
L’habitude
A
De gewoonte
10
Q
L’habitude alimentaire
A
De eetgewoonte
11
Q
Le budget
A
Het budget
12
Q
Le fast-food
A
Het fastfood
13
Q
L’importance/intérêt
A
Het belang
14
Q
La publicité (en général)
A
De reclame
15
Q
La publicité (singulier)
A
Het reclamespotje