Celorganellen en eiwitsortering Flashcards
3 transportmechanismen voor eiwitten
- Receptorbinding door signaalpepitde
- Porie-eiwitten (translocator)
- Transport vesicles (membraan blaasjes)
3 stappen eiwittransport naar nucleus
- Golgi-apparaat verpakt eiwit in vescile en transporteert het naar nucleus.
- Eiwit bindt met receptor (signaalpeptide) van kernporie.
- Porie-eiwit verandert van vorm, zodat eiwit nucleus in kan.
5 stappen transport genregulatoreiwitten naar nucleus
- Steroïde hormoon koppelt aan genregulatoreiwit.
- Genregulatoreiwit verliest affiniteit met bedekkende eiwit (die nuclear localization Signal bedekt).
- Nuclear localization Signal komt vrij en kan binden aan receptor in kernmembraan.
- Kernporie opent en hormoon-genregulatorcomplex gaat kern in.
- Genregulator eiwit bindt aan enhancer en activeert transcriptie
5 stappen eiwittransport naar mitochondria
- Receptoreiwit op buitenmembraan bindt eiwit met juiste signaalpeptide.
- Receptoreiwit begeleidt het eiwit naar porie, een translocator.
- Het eiwit wordt ontvouwen
- Het ontvouwen eiwit wordt door porie vervoerd.
- In mitochondrion wordt het eiwit weer gevouwen en signaalpeptide wordt eraf gehaald.
4 stappen eiwittransport naar RER
- Tijdens translatie herkent ribosoom het mRNA (bevat speciale ER Signal sequence).
- Ribosoom bindt met ER signal sequence aan receptor in membraan van ruwe ER.
- Eiwit wordt in ontvouwen vorm getransporteerd via porie.
- Eiwit wordt in ontvouwen vorm in ER afgezet.
Hoe worden vesicles gevormd?
Via clathrin-coating
Beschrijf transport van ER naar Golgi-systeem
- Cathrine bindt aan receptoren in membraan van ER-lumen
- Budding: membraan vormt bolvorm en wordt afgesnoerd.
- Catherine laat los van receptoren en wordt teruggegeven aan cytosol.
- Ongebonden receptoren worden herkend en getransporteerd naar Golgi-systeem
- Daar versmelten ze aan kernkant van Golgi-membraan.
Wat voor modificatie vindt plaats in Golgi-systeem?
Glycosylering: nodig als eiwit aan buitenkant van membraan wordt gebonden of daar terecht gaat komen.
2 soorten secretie
- Constitutieve secretie: vindt continu plaats en nauwelijks gereguleerd.
- Geïnduceerde secretie: wel gereguleerd.
Door welke 3 dingen vindt eiwitafbraak plaats?
- Proteasomen
- Lysosomen
- Autofagosomen
Hoe werken proteasomen?
Proteosomen herkenen verkeerde eiwitten aan ubiquitinestrengen en reduceren deze eiwitten tot aminozuren
Opname cellen in lysosoom door
- Fagocytose
- Endocytose
- Autofagie
Beschrijf fagocytose
Structuur uit extracellulaire ruimte wordt ingesloten door plasmamembraan.
Beschrijf fagocytose
Structuur uit extracellulaire ruimte wordt ingesloten door plasmamembraan.
Beschrijf endocytose
- Receptoren in celmembraan binden aan signaaleiwitten.