Casus 3; Marieke Flashcards

1
Q

Controleren ademhaling

A
  1. Voelt naar adembewegingen, in acute situatie
  2. max. 15 seconden
  3. Benoemt hoorbaar/niet hoorbaar
  4. Benoemt ademhalingsfrequentie
  5. Benoemt diepte ademhaling
  6. Benoemt symmetrie en regelmaat
  7. Benoemt intrekkingen en/of gebruik hulpademhalingsspieren
  8. Benoemt gestuwde halsvenen
  9. Sluit saturatiemeter aan.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Controleren ademhaling

A
  • Beoordelen mond/keelholte: Normale spraak?
  • Benoemt gelaatskleur (normaal, bleek, rood, grauw)
    Benoemt:
    o (niet) hoorbare ademhaling/ Vrije luchtweg of obstructie
     Corpus aliënum, Oedeem, Losse tanden, Tongbeet, Bloed / slijm, Voedsel.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Contra indicaties Ademhaling

A

Zijn aandoeningen of kenmerken van patiënten waarbij bepaalde geneesmiddelen niet of slechts onder bepaalde voorwaarden toegepast mogen worden, bijvoorbeeld bij een nierfunctiestoornis.
o COPD: Je mag geen zuurstof toedienen, het lichaam regelt de zuurstof huishouding anders, waardoor je de cliënt juist in meer problemen brengt door zuurstof toe te dienen.
o Meten saturatie: Bij nagellak, donkere huidskleur en koude handen kan de meting incorrect zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tellen ademhaling

A
  1. Controleert de identiteit van de patiënt.
  2. Zorgt voor privacy van de patiënt.
  3. Kijkt naar het stijgen en dalen van de borst en telt de ademhalingsbewegingen bij voorkeur gedurende 1 minuut.
  4. Let op de diepte van de ademhaling.
  5. Kijkt of het ademen inspanning kost.
  6. Luistert naar de ademgeluiden.
  7. Noteert alle relevante gegevens in het dossier.
  8. Vergelijkt de gegevens met de uitgangswaarden en neemt indien nodig maatregelen voor verder onderzoek of verdere behandeling.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly