Cariologie hoofdstuk 3 Flashcards

1
Q

wat houdt de restauratiecyclus in?

A

In het verleden werd elk carieslaesie gerestaureerd. Terwijl eens geboord  altijd verstoord. Vullingen moeten na een tijd vervangen worden, waardoor je steeds meer weefsel weghaalt (restauratiecyclus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is NOCTP?

A

NOCTP (non-operative cariës treatment and prevention) = niet restauratieve cariesbehandelings- en preventiestrategie.

Tegenwoordig behandelen we meer preventief. Therapie is in de eerste instantie meer gericht op plaqueverwijdering en versterking (minder oplosbaar maken glazuur).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de meest waarschijnlijke verklaring voor de afname van cariësprevalentie?

A

het toegenomen gebruik van fluoride en de gestage verbetering van de mondhygiëne –> 2xpd htb met fluoride tandpasta

  • Eerst moet beoordeeld worden of het Basisadvies Cariëspreventie correct wordt opgevolgd, daarna wordt gezocht naar additionele risicofactoren zoals onderzoek naar verminderde speekselsecretie of medicijngebruik
  • Daarnaast zullen er aanvullende maatregelen moeten worden geadviseerd uit het Aanvullend Advies Cariëspreventie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar staat MI voor en wat is het

A
  • Het is belangrijk om patiënten te motiveren, hiervoor bestaand verschillende strategieën, waarvan Motivational Interviewing (MI) een van de bekendste is.
  • MI maakt gebruik van gesprekstechnieken gericht op het vergroten van de intrinsieke motivatie om ongezond gedrag te veranderen in gezond gedrag
  • MI motiveert niet door patiënten te overtuigen, zoals bij instrueren en adviseren, maar door de patiënt zijn ambivalentie ten aanzien van verandering te laten oplossen ten gunste van het gezonde gedrag
  • MI is gebaseerd op de theorie dat gedragsverandering een dynamisch proces is dat verloopt in verschillende fasen (afb 3.2)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Betere cariësdiagnostiek, behandeling en een verschuiving naar preventieve behandeling door:

A
  1. Toegenomen kennis
  2. Mogelijkheden voor cariësdiagnostiek
  3. Effecten van preventieve behandelingen
  4. Inzichten van iatrogene schade als gevolg van restauratief behandelen
  5. Verbeterde vulmateriaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer iemand een verminderde speekselsecretie heeft is het advies het volgende:

A
  1. Extra fluoridemoment
  2. Suikervrije kauwgom
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. Precontemplatie
A

Patiënt is niet bewust van probleem

Bv: plaque cervicaal door verkeerd poetsen, pat heeft niet door dat dit demineralisatie kan veroorzaken

-TA: Bewustmaking risico’s.

ta verteld op neutrale manier de diagnose (demineralisatie) en oorzaak (geen effectieve plaqueverwijdering), en vervolgens prognose (demineralisatie  dentinecaries en caviteiten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. Contemplatie
A
  • Patiënt is bewust van probleem, en vraagt wat nodig om het probleem
    op te lossen
  • TA: Voor- en nadelen van gedragsverandering afwegen

(bv ETB is duur en opladen nodig maar je kan cervicaal beter poetsen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. Preparatie
A
  • Patiënt besluit om gedrag te veranderen
    (heeft nieuwe etb aangeschaft)
  • TA: Opzet eigen plan van aanpak (hoe en hoe vaak gebruiken etb)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. Actie
A
  • Start nieuw gedrag
  • TA: Complimenteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. A: Behoud kort
A
  • Patiënt houdt voor korte duur vol
  • TA: Het geloof in eigen kunnen versterken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. B: Behoud lang
A
  • Als de patiënt intrinsiek gemotiveerd is, blijft hij het doen
  • TA: Begeleiden naar gewoonte gedrag
  • Comlimenteren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fase gedragsverandering bij MI en interventie:

  1. C: Terugval
A
  • Patiënt houdt niet vol
  • Terugval naar fase 2: redenen van mislukken bespreken en nieuwe plan maken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

  • Start nieuw gedrag
  • TA: Complimenteren
A

fase 4. actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

  • Patiënt is bewust van probleem, en vraagt wat nodig om het probleem
    op te lossen
  • TA: Voor- en nadelen van gedragsverandering afwegen

(bv ETB is duur en opladen nodig maar je kan cervicaal beter poetsen)

A

fase 2. contemplatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

  • Patiënt houdt niet vol
  • Terugval naar fase 2: redenen van mislukken bespreken en nieuwe plan maken
A

fase 5. C terugval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

  • Patiënt besluit om gedrag te veranderen
    (heeft nieuwe etb aangeschaft)
  • TA: Opzet eigen plan van aanpak (hoe en hoe vaak gebruiken etb)
A
  1. Preparatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

Patiënt is niet bewust van probleem

Bv: plaque cervicaal door verkeerd poetsen, pat heeft niet door dat dit demineralisatie kan veroorzaken

-TA: Bewustmaking risico’s.

ta verteld op neutrale manier de diagnose (demineralisatie) en oorzaak (geen effectieve plaqueverwijdering), en vervolgens prognose (demineralisatie  dentinecaries en caviteiten)

A
  1. precontemplatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

welke fase van gedragsverandering behoort tot de onderstaande?

  • Als de patiënt intrinsiek gemotiveerd is, blijft hij het doen
  • TA: Begeleiden naar gewoonte gedrag
  • Comlimenteren
A

5.B behoud lang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

is het gebruik van professioneel geappliceerde fluoride in oplossingen, gels of lakken effectief?

A

ja, van professioneel geappliceerde fluoride in oplossingen, gels of lakken is in veel klinisch onderzoek aangetoond dat het effectief is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

-CHX gel 1% of lak 40% is met succes gebruikt om cariës te voorkomen maar, het wordt niet aangeraden om de volgende redenen…

A
  1. Het reduceert cariës bij patiënten die 10 tot de macht 6 of meer S. Mutans hebben per mm speeksel. Om deze patiënten te selecteren moet het aantal streptococcen in speeksel worden gekwantificeerd
  2. CHX applicaties zijn bewerkelijker dan fluoride
  3. Ze moeten iedere 3 tot 4 maanden herhaald worden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is een voorkeursbehandeling bij actieve laesies in intacte vlakken? en wat als er een cavitatie is in het occlusale vlak?

A
  • Actieve laesies kunnen in nog intacte vlakken effectief behandeld worden door een goede plaquebeheersing met fluoride tandpasta of door het aanbrengen van een fissuurlak
  • Een restauratie is gangbaar als ergens in het occlusale vlak een cavitatie heeft plaatsgevonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Cariëslaesies worden klinisch pas in een laat stadium ontdekt, dat kan liggen aan:

A
  1. Patiënt die niet op controle gaat
  2. Moeilijkheden bij detectie van vroege laesies
  3. Op moeilijk bereikbare plekken (approximaal en fissuren) zal er eerder overgaan op restauratief ingrijpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

je kan van een hoge cariës risico naar een lage cariës risico gaan. Wanneer kan een initiële laesie omkeerbaar zijn?

A
  • Wanneer effectieve mondhygiëne wordt toegepast
  • Lokaal fluoride wordt geappliceerd - Minder suikerrijk dieet wordt geconsumeerd

blijkt een ommekeer van de situatie mogelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q
  • Initiële laesies met een laag cariës risico kan al snel hoog cariësrisico worden
    (wanneer de MH verwaarloosd wordt of verandering in het dieet)

juist/ onjuist?

A

juist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

wat is de reden dat een bedwongen laesie achterblijft als een glanzende witte laag?

A

De laesie wordt echter alleen hersteld in de oppervlakkige laag, hierdoor kan hij zichtbaar blijven als een glanzende witte plek. Is de laesie nu genezen of alleen tot staand gebracht?

Bij een zeer vroege laesie wordt een microscopisch dun laagje opgelost door de plaque. Wanneer de plaque in dit stadium wordt verwijderd, zal het geërodeerde gebied veranderen van een kalkachtige witte plek in een hard en glimmend oppervlak.

De suggestie is dat dit fenomeen wordt veroorzaakt door slijtage en polijsten en NIET door het herstel van het carieuze oppervlak.

Conclusie: De laesie is niet geheel hersteld, maar het cariësproces is getopt –> deze gebieden blijken resistenter tegen een volgende cariësaanval dan gezond glazuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

wittevleklaesies zijn minder resistent tegen een volgende cariësaanval dan gezond glazuur. klopt dit?

A

Nee, laesies blijken resistenter tegen een volgende cariësaanval dan gezond glazuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

In welke vlakken is de gemiddelde progressiesnelheid van cariëslaesies het langzaamst? Wat is handig om te doen wat betreft het restaureren?

A

Caries lijkt zich op vrije vlakken langzamer te ontwikkelen dan approximale vlakken of fissuren.

Het is daarom handig om restauraties uit te stellen. Bij het monitoren van een patiënt is ruimte voor het stoppen van de progressie en voor remineralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wanneer in een occlusaal vlak een caviteit zichtbaar is, is het cariës proces al gevorderd tot..

A

in het dentine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

welke caviteiten zijn moeilijk en welke zijn makkelijk te bereiken?

A
  • Occlusale en approximale caviteiten zijn moeilijk te bereiken
  • Een caviteit in een glad, vrij vlak is WEL makkelijk te bereiken, maar moeilijk te reinigen door ondermijnd glazuur. Het verwijderen van overhangende glazuurranden moet worden beschouwd als een hulpmiddel bij het plaquevrij houden van het gebied –> Caviteiten in deze oppervlakken kunnen als ze twee keer per dag met een fluoridetandpasta worden gereinigd, tot stilstand worden gebracht.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Wat is NRC?

A

Niet-restauratieve caviteitsbehandeling (NRC) –>
Overhangende tandweefsel wordt weggenomen maar er wordt geen restauratie aangebracht (verlengstuk van NOCTP)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Doel van Nexo-model?

A

Kinderen een gezond gebit te laten houden tegen zo laag mogelijke kosten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

De 3 principes van het Nexo-model?

A
  1. Educatie aan ouders en kinderen om hen meer inzicht te verschaffen in het cariësproces en het belang van mechanische reiniging,
    plaqueverstoring en het gebruik van fluoride tandpasta
  2. Intensieve training in het onderhouden van een goede MH. Kwaliteit van poetsen is belangrijker dan de frequentie. Extra aandacht aan plaquestagnatiegebieden dus occlusale vlakken erupterende blijvende molaren)
  3. Vroegtijdige professionele niet restauratieve reiniging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

De parameters voor de recall van het nexo model?

A
  • Coöperatie van ouders en kind
  • Cariësprogressie
  • De mate van doorbraak van de eerste blijvende molaren
  • Aanwezigheid van cariës in erupterende molaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

wat wordt bij het model van Nexo gedaan wanneer er sprake is van cariës activiteit?

A

wordt fluoride alleen lokaal geappliceerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

wat wordt bij het model van Nexo gedaan bij Initiële laesies in het occlusale vlak?

A

Deze worden voorzien van een fissuurlak

37
Q

Wat wordt bij het model van Nexo gedaan wanneer er duidelijk sprake is van een dentine laesie?

A

Dan pas wordt er operatief ingegrepen

38
Q

gedachte achter NRC?

A

NRC is een behandelmethode gebaseerd op de gedachte dat niet het geïnfecteerde dentine de drijvende kracht is achter het cariësproces, maar de plaque die zich op het laesieoppervlak bevindt.

  • Niet restauratieve caviteitsbehandeling
  • Ondermijnend glazuur elimineren
  • Niet-geïnfecteerde dentine maar plaque is de oorzaak voor progressie
39
Q

waarom is NRC een kindvriendelijke behandelmethode?

A
  • NRC is een kindvriendelijk behandelconcept
  • Melkelementen kunnen behouden worden tot de wisseling zonder invasief ingrijpen of extractie
40
Q

NRC geïndiceerd bij welke soort mensen?

A
  • Jonge kinderen (om vertrouwen te winnen zodat ze later niet bang zijn)
  • Bange kinderen
  • Oudere kinderen om periode tot wisseling te overbruggen
41
Q

Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen (2012) hierin wordt een behandelprotocol voorgesteld dat bestaat uit:

A
  1. Informed consent (inhoud behandeling en bijdrage behandelaar en ouders aan succes behandeling)
  2. Toegankelijk maken caviteit voor professionele gebitsreiniging (kan evt door el te slijpen)
  3. Aanbrengen van remineraliserende middelen (bv aanbrengen fluoridehoudende onderlaag/fluoridevernis)
  4. Monitoren carieslaesies (mbv mondfoto’s en rontgendiagnostiek)
  5. Effectieve communicatie (MI) en adequate verslaglegging ter evaluatie zelfzorg
42
Q

wat is een tussen oplossing (tussen causale en symptomatische therapie) bij cariës?

A

Een tussen oplossing (tussen causale en symptomatische therapie) is het aanbrengen van een sealant in de fissuur of op de carieuze approximale vlak.

43
Q

Fissuren zijn vatbaarder voor cariës dan gladde oppervlakken omdat..

A

de fissuuranatomie de retentie van plaque in de hand werkt –> dit geldt ook voor contactoppervlakken

44
Q

Indicatie voor een fissuurlak of approximale lak?

A
  • Wanneer er actieve cariës is gediagnosticeerd
  • Wanneer een hoog risico is vastgesteld
45
Q

Wat voorkom je bij het aanbrengen van een sealant en wat zijn de voordelen?

A
  • Een lak aanbrengen zorgt ervoor dat accumulatie van plaque wordt voorkomen

De voordelen van een sealant
1. Er is geen irreversibele, invasieve interventie nodig
2. Actieve dentine laesie kan zich niet verder ontwikkelen

46
Q

Wat wordt er bij de Hall-techniek gedaan? en waarom is het kindvriendelijk?

A

Hierbij worden carieuze tijdelijke elementen zonder enige vorm van cariës verwijdering voorzien van een voorgevormde metalen kroon gevuld met een glasionmeer cement

  • Het is kindvriendelijk, omdat er geen sprake is van prepareren en restaureren
  • Hall techniek wordt omschreven als een effectieve behandelmethode voor gecaviteerd tijdelijke elementen
47
Q

Als het preventieve behandelen faalt, staan voor het elimineren van het cariësproces nog twee wegen open:

A
  1. Extractie van gebitselement –> eenvoudig om te doen, maar leidt bij veel cariës tot ernstige mutilatie van het gebit toe
  2. Restaureren
48
Q

De redenen en criteria voor restauratieve behandeling:

A
  1. Het faciliteren (vergemakkelijken) van plaqueverwijdering
  2. Gevoeligheid van element voor warmte, koude of zoetigheid
  3. Een in gevaar verkerende pulpa
  4. Eerdere pogingen om een laesie te bedwingen hebben gefaald en er zijn aanwijzingen dat een laesie zich uitbreidt
  5. Gestoorde functie
  6. Kans op migratie doordat het contactpunt verloren is gegaan
  7. Esthetische redenen
49
Q

De restauratieve behandeling zal erop gericht zijn geïnfecteerd tandweefsel te excaveren en dan het aangetaste element te restaureren.
De materialen voor het restaureren zijn globaal in twee groepen gedeeld:

A

Plastische restauratie materiaal
- Tandkleurige restauratie materiaal –> worden in plastische toestand verwerkt en verharden IN de caviteit

Niet plastisch restauratie materiaal
- Gegoten metalen en keramische restauraties –> Worden buiten de mond in de juiste vorm gebracht en in vaste toestand in de caviteit bevestigd met cement

50
Q

Wanneer een laesie inactief is gemaakt door middel van een tandenborstel kan men zeggen dat de laesies zijn behandeld – geëxcaveerd – met behulp van een tandenborstel

A

juist

51
Q

Nadat het cariës proces tot cavitatie heeft geleid, treden er veranderingen op in het dentine –> de verschillende lagen van dentine van buiten naar binnen:

A

HFST 1 AFBEELDING 1.24 & 1.25 LEREN!!
1. Verweekt dentine
2. Geïnfecteerd dentine
3. Gedemineraliseerd (maar niet geïnfecteerd) dentine
4. Sclerotisch (gehypermineraliseerd) dentine
5. Tertiair (reactief of reparatief) dentine

52
Q

Om het cariësproces te stoppen, zal alvorens een restauratie aan te brengen, een deel van het carieuze dentine moeten worden geëxcaveerd.
-Bij het excaveren is het belangrijk onderscheid te maken tussen actieve laesies en niet-actieve laesies. wat is er aan de hand bij deze?

A
  1. Actieve laesies: Dentine tubili zijn open
  2. Inactieve laesies: Sclerotisch dentine aanwezig en niet of nauwelijks open dentine tubili
53
Q

Waar dient de sclerotische laag waarin neerslag van calciumzouten (whitlockiet) vanuit het laesiefront heeft plaatsgevonden en odontoblasten peritubulair dentine hebben afgezet?

A

vormt een effectieve barrière tegen micro-organismen en hun toxische producten à DEZE LAAG MOET TIJDENS HET EXCAVEREN ZO VEEL MOGELIJK IN TACT WORDEN GELATEN

54
Q

welke lagen van de dentine moeten geexcaveerd worden?

A
  • Verweekt dentine (1)
  • Geïnfecteerd dentine (2) moeten verwijderd worden

In deze lagen is na de demineralisatie collageen gedenatureerd (MMP’s) en hiervan is remineralisatie niet meer mogelijk

55
Q

Waarom moet al het geïnfecteerde weefsel verwijderd worden?

A

De reden om al het geïnfecteerde weefsel te verwijderen is omdat dit aangetaste weefsel zacht is –> daardoor vormt het een slecht fundament voor de restauratie en kan het aanleiding geven tot breuk van de restauratie

56
Q

wat moet zoveel mogelijk intact worden gehouden tijdens het excaveren?

A

De dieper gelegen gedemineraliseerde (niet, of nauwelijks geïnfecteerde) en sclerotische lagen moeten echter zo veel mogelijk intact worden gelaten.

57
Q

Hoe geïnfecteerde dentine herkennen en hoe vaststellen of deze is verwijderd?

Voor het bepalen van de excavatie grens (grens tussen geïnfecteerd en niet geïnfecteerd dentine) worden diverse criteria gehandhaafd:

A
  1. Hardheid van dentine
  2. Verkleuring van het dentine
  3. Kleurbaarheid van het dentine met een daartoe geëigende kleurstof
58
Q

Voor het bepalen van de excavatie grens (grens tussen geïnfecteerd en niet geïnfecteerd dentine) worden diverse criteria gehandhaafd:
1. bij hardheid van dentine hoort:

A

Hardheid van de dentine: Het blijkt moeilijk om hiermee de grens van het geïnfecteerde gebied nauwkeurig vast te stellen. Geïnfecteerd en niet-geïnfecteerd dentine verschilt soms nauwelijks van hardheid, en klinisch is het moeilijk te zien

59
Q

Voor het bepalen van de excavatie grens (grens tussen geïnfecteerd en niet geïnfecteerd dentine) worden diverse criteria gehandhaafd:
2. bij verkleuring van dentine hoort:

A

Verkleuring van het dentine: Is evenmin een betrouwbare meetstaaf. Als verkleuring en bacteriële penetratie worden vergeleken, blijkt dat de bacteriële penetratie minder ver reikt. Bovendien is er een verschil tussen actieve en niet actieve cariës.

Bij niet actieve cariës: bacteriefront en front van de verkleuringen vlak bijeen, bij actieve cariës is de verkleuring ver vooruit op de bacteriële penetratie.

60
Q

Voor het bepalen van de excavatie grens (grens tussen geïnfecteerd en niet geïnfecteerd dentine) worden diverse criteria gehandhaafd:
3. Kleurbaarheid van het dentine met een daartoe geëigende kleurstof

A

De kleurbaarheid: De kleurbaarheid van geïnfecteerd dentine wordt in verband gebracht met de enzymatische afbraak van collagenevezels.

  • Het is een valide criterium voor het bepalen van de excavatie grens
  • Uit tegenwoordig onderzoek blijkt: Niet de zone van infectie wordt gekleurd, maar de zone van collageendegradatie
61
Q

risico van cariës indicator

A

De exacte grens wordt niet aangegeven –> over excavatie, waarbij gedemineraliseerd dentine geëxcaveerd wordt.

62
Q

waarom is cariës indicator aantrekkelijk?

A

Het gebruik van een cariësindicator is aantrekkelijk omdat het met behulp daarvan op eenvoudige wijze de grootste hoeveelheid microorganismen kan worden verwijderd.

63
Q

Wanneer wordt het gebruik van cariës indicator afgeraden?

A

Diepe laesies

64
Q

Wat is een alternatief voor cariës indicator?

A

Intraorale LED – camera of handstuk die gebruikmaken van fluorescentie –> laat minder geïnfecteerd weefsel achter in vergelijking met cariës detector

FACE wordt er minder weefsel weggenomen –> volume excavatie blijft kleiner. Er is onderscheid tussen
1. Gezond dentine (geelgroen)
2. Geïnfecteerd dentine (rood)

65
Q

Wanneer is er laterale uitbreiding cariës van glazuur – dentine – grens?

A

Wanneer de laesie zo groot is geworden dat (micro)cavitatie heeft plaatsgevonden en het dentine zacht en geïnfecteerd is

66
Q

Wat voor risico is er bij het excaveren van een diep carieuze laesie?

A

er een reëel risico dat de pulpa open komt te liggen, dit heet: Pulpa-expositie
hierbij wordt een behandeling van de pulpa en eventueel de wortelkanaal noodzakelijk

67
Q

Hoe worden tegenwoordig diepe carieuze dentinelaesies behandeld? en wat is een variant hierop?

A

Een gedeelte van het carieuze dentine op het pulpa vlak wordt achter gelaten. Het betrokken gebied wordt vervolgens overkapt: een indirecte pulpa overkapping of cariës profunda behandeling

  • Een variant hierop, is het stapsgewijs excaveren
68
Q

Wat wordt er gedaan bij de 1e en 2e zitting van stapsgewijs excaveren? en hoe is de carieuze dentine na het heropenen?

A
  1. In één zitting wordt alleen het verweekte dentine verwijderd
  2. Er wordt een tussenlaag calciumhydroxidecement aangebracht
  3. Afsluiten met een tijdelijke restauratiemateriaal

2e zitting:
Na 3-6 maanden wordt caviteit opnieuw geopend en wordt de resterende carieuze dentine verwijderd, waarna de caviteit definitief wordt afgesloten.

Bij heropening is achtergebleven carieuze dentine van aspect veranderd: droger, harder en donkerder van kleur + Micro-organismen gescheiden van hun nutriënten

69
Q

Doel van stapsgewijs excaveren?

A

Tot stilstand brengen laesieprogressie. Geeft pulpa de gelegenheid om tertiair dentine te vormen, waardoor de kans op pulpa-expositie tijdens de tweede excavatieprocedure wordt verminderd.

In vergelijking met de stapsgewijze excavatiemethode en de tradiotionele excavatie lijkt de indirecte pulpa-overkapping doelmatiger te zijn.

70
Q

indirecte pulpaoverkapping is geïndiceerd bij?

A
  1. Vitale, symptoomloze elementen zonder historie van persisterende pijn
  2. Afwezigheid van radiologische afwijkingen aan wortelpunt of intraradiculair (bij tijdelijke gebitselementen)
  3. Diepe carieuze laesies, gevorderd tot het binnenste vierde deel van het dentine
71
Q

behandelprotocol indirecte pulpaoverkapping

A
  1. Openen laesie, en het volledig excaveren van glazuur dentine grens
  2. Verwijderen verweekte dentine op boden van de laesie meet handexcavator of of prophyborsteltje met fluoridetandpasta
  3. Aanbrengen glasionmeer cement laag die het achtergebleven geïnfecteerde dentine afsluit
  4. Aanbrengen definitieve restauratie (hermetisch afsluitende restauratie)
  5. Accurate verslaglegging dossier
  6. Instructie patiënt bij pijn/bezoek waarnemend collega
  7. Monitoren vitaliteit gedurende 2 jaar (dmv, vitaliteitstesten en periapicale röntgenopname op indicatie)

Conclusie: De indirecte pulpao verkapping ligt geheel in de lijn met minimaal invasief benadering van de cariës. De indirecte pulpa overkapping kan leiden tot minder pulpa exposities tijdens excaveren zonder vergroting van het risico op pulpa complicaties

72
Q

Het kan voorkomen dat een gezonde pulpa per ongeluk wordt geëxponeerd zonder dat er sprake is van diep doorgedrongen infectie.

In die gevallen is het vaak mogelijk de pulpa beschadiging te herstellen door:

A

directe pulpa overkapping

Het defect lekvrij afsluiten en een wondverband aan te brengen en vervolgens overkappingsmateriaal

73
Q

uitvoering directe pulpaoverkapping:

A
  1. Stelpen van de bloeding
  2. Voorzichtig uitwassen van de preparatie met fysiologisch zout
  3. Afsluiten van het defect vaak calciumhydroxide cement –> voordeel is dat het antimicrobieel is, nadeel is dat het oplosbaar is. Dat kan leiden tot lekkage
    Er wordt ook wel gekozen voor dentineadhesief in combinatie met composiet.
    Tegenwoordig wordt mineral trioxide aggregate (MTA) als wondverband gebruikt. Het is biocompatibel en sluit goed af. Vaak treedt onder de gebruikte wondverbanden inderdaad binnen enkele maanden afsluiting op door de vorming van tertiar dentine in de vorm van dentinebruggen. Deze vorming van tertiar dentine doet zich vooral voor onder calciumhydroxide preparaten en MTA, veel minder vaak onder adhesieven.
    Cruciaal belang voor het resultaat is een goede afsluiting en goede bloedstelping
74
Q

Een van de belangrijkste oorzaken voor het mislukken van een directe pulpa overkapping:

A

microlekkage

75
Q

Wat is Atraumatic Restorative Treatment (ATR) en wat voor vulmateriaal wordt er gebruikt?

A

Een techniek waarbij cariës uitsluitend met behulp van handinstrumenten wordt verwijderd, waarna het element zonder verdere preparatie wordt gevuld.

  • Daarvoor wordt een plastisch vulmateriaal gebruikt (glasionmeer) dat hecht aan dentine en glazuur en geeft fluoride af
76
Q

ART impliceert dat de behandeling geen of slechts een minimaal trauma veroorzaakt in vergelijking met andere invasie behandelmethoden. Waarvoor?

A
  1. Voor de patiënt als het gaat om pijn of ongemak
  2. Voor de carieuze tand of kies in termen van weefselbesparing en pulpa trauma
77
Q

In wat voor landen wordt ART vooral gebruikt?

A

ART is vooral bedoeld voor cariesbehandeling in ontwikkelingslanden, in gebieden waar geen elektriciteit in voorhanden is.

Tegenwoordig wordt deze methode wijverbreid toegepast. Deze techniek is minder pijnlijk dan wanneer roterende instrumenten worden gebruikt. De reden kan zijn omdat met een handexcavator minder diep wordt geexcaveerd. Ook geeft het minder ongemak en heeft een betere acceptatie bij jonge patiënten

78
Q

Nadeel ART

A

meervlaksrestauraties hebben een slechtere overlevingsduur dan occlusale restauraties.
Oorzaak: o.a. materiaaleigenschappen glasionomeer (slecht bestand tegen kauwkrachten, lage slijtweerstand) en meer gecompliceerde procedure van aanbrengen van de vulling door speeksel en bloed

79
Q

Wat is het meest algemeen toegepaste instrument voor verwijdering van cariës? Noem een voordeel en een nadeel.

A
  • Een ronde metalen boor in een hoekstuk
  • Het instrument is effectief en snel, maar er wordt gemakkelijk meer tandweefsel weggenomen dan noodzakelijk
80
Q

Beschrijf de handexcavator, wat je er mee weghaalt en noem een voordeel

A

Handexcavatoren zijn scherpe, lepelvormige instrumenten waarmee verweekt, gedemineraliseerd dentine effectief kan worden verwijderd

Voordeel: Ze geven een beter contactgevoel met het tandweefsel dan een boor, waardoor de kans op te veel prepareren geringer is.

81
Q
  • Beslijpen vanglazuur met diverse boren en slijpstenen resulteert in..
  • Met hardmetalen/fijnkorrelige diamantboten wordt het oppervlak..
A

een oppervlakte ruwheid die uiteenloopt van 1 tot 50 um

redelijk glad 2,2-16,5 um

82
Q

Het prepareren resulteert in een oppervlakte ruwheid, die kan worden geregistreerd met

A

een profilometer en die wordt uitgedrukt in micrometers.

83
Q

Na het prepareren is het tandweefsel overdekt met..

A

een laag debris –> de smeerlaag

84
Q

Waar wordt de debris laag gevormd? Waar bestaat het uit en wat is de dikte?

A

De smeerlaag wordt zowel op het glazuur als op het dentine gevormd
- De smeerlaag bestaat uit organisch materiaal en heeft een dikte van 1 tot 5 um.

85
Q

Wat gebeurd er tijdens de vorming van de debris laag en wat is de functie?

A

Tijdens de vorming van de smeerlaag wordt het materiaal in de openingen van de dentinekanaaltjes geperst –> Het vormt daar proppen (1-2 um)

Smeerlagen en smeerproppen verminderen de doorlaatbaarheid van het dentine en bieden daardoor een bescherming. Ze zijn ondoordringbaar voor bacteriën maar niet voor bacteriële producten

86
Q

Heeft het prepareren tot in het dentine effect op de pulpa? en wat gebeurd er?

A

Ja, het leidt tot veranderingen in de pulpa

De odontoblasten nemen in aantal af en er vindt afzetting plaatst van tertiair dentine. De verschijnselen nemen toe naarmate de preparatie dichtbij de pulpa komt

87
Q

Waarom moet tijdens het prepareren voor een effectieve koeling worden gezorgd?

A

Bij het prepareren ontstaat warmte, een intrapulpaire temperatuurverhoging, dit kan schadelijk zijn voor de pulpa

  • Spraykoeling (water-lucht koeling) is het meest effectief.
  • Behalve een koelende werking heeft een spraykoeling ook een reinigende werking.
88
Q

Wat is de temperatuur van water tijdens het boren?

A

30-32 graden

89
Q

wat zijn tekenen van onvoldoende koeling tijdens het boren?

A

Bruine schroekplekjes in het dentine en een brandlucht