Caput 8 Flashcards
Regnum
Regni o.
Het koninkrijk, de heerschappij
Lat. Regnare,…
Signum
Signi o.
Het teken
Fr. Un signe
Gens
Gentis v.
Het geslacht
Sedes
Sed-is v.
1) de zitplaats 2) de verblijfplaats
Lat. Sedere
Certamen
Certamin-is o.
De wedstrijd
Lat. Certare
Pectus
Pector-is o.
1) de borst 2) het hart 3) het verstand
Currus
Currus m.
De renwagen
Lat. Currere
Cursus
Cursus m.
De koers, de race, de loop
Lat. Currere
Fr. La course
Metus
Metus m.
De vrees
Lat. Metuere
Fides
Fidei v.
De trouw, het vertrouwen, het gegeven woord
Fr. Fidele
Spes
Spei v.
De hoop
Lat. Sperare
Singuli
-ae, -a mv
Elk één, afzonderlijk
Fr. Singulier
Dulcis
~, dulce; dulc-is
Zoet, lief
Tot
(Onverbuigbaar adj. )
Zoveel
Certare
Certo I
Strijden
Lat. Certamen
Pervenire
Pervenio IV
Aankomen, berijken
Lat. Per+venire
Simul
Bijwoord
Tegelijk
Ndl. Simultaan
Quamquam
Voegwoord
Hoewel
Cupiditas
Cupiditat-is v.
Het verlangen
Dignitas
Dignitat-is v.
De waardigheid
Libertas
Libertat-is v.
De vrijheid
Crudelitas
Crudelitat-is v.
De wreedheid
Facultas
Facultat-is v
Het gemak, een mogelijkheid
Difficultas
Difficultat-is v.
En moeilijkheid
Nobilitas
Nobilitat-is v.
De adel, de beroemdheid
Utilitas
Utilitat-is v.
Het nut
Celeritas
Celeritat-is v.
De snelheid
Fructus
Fructus m.
De vrucht
Fr. Un fruit
Res
Rei v.
De zaak, het ding, voorwerp
Domus
Domus v.
Het huis
Manus
Manus v.
1) de hand 2) de groep
Fr. La main
Casus
Casus m.
1)de val 2) het voorval 3) het toeval
Lat. Cadere
Eventus
Eventus m.
De afloop
Lat. E+venire
Exercitus
Exercitus m.
Het leger
Lat. Exercere
Magistratus
Magistratus m.
Het ambt, de magistraat
Passus
Passus m.
De pas (1,5m)
Senatus
Senatus m.
De senaat
Tumultus
Tumultus m.
Het tumult
Vultus
Vultus m.
Het gezicht
Dies
Diei m/v
De dag
Somnium
Somnii o.
De droom
Imber
Imbr-is m.
De regenbui
Talis
~, tale; tal-is
Zodanig
Idem
Eadem, idem; eiusdem
Dezelfde, hetzelfde
Haud
/(bijwoord)
Helemaal niet
Inde
/(bijwoord)
Vandaar
Plerumque
/(bijwoord)
Meestal
Hic
Haec, hoc; huius
Deze, dit
Iste
Ista, istud; istius
Die, dat
Ille
Illa, illud; illius
Die, dat
Epistula
Epistulae v.
De brief
Praeterea
/(bijwoord)
Bovendien
Facies
Faciei v.
Het gezicht, het uitzicht
Fr. La façade
Alienus
-a, -um
Van een ander, vreemd
Eng. Alien
Dexter
Dextra, dextrum
Rechts/-rechter
Lat. Dextra
Regius
-a, -um
Koninklijk
Familiaris
~, familiare; familiar-is
Familiaal
Lat. Familia
Turpis
~, turpe; turp-is
Lelijk, schadelijk
Alere
Alo III
Voeden
Committere
Committo III
1) begaan 2) toevertrouwen
Fallere
Fallo III
Misleiden, bedroegen
Pellere
Pello III
Verdrijven, wegjagen
Statuere
Statuo III
1) plaatsen 2) vaststellen 3) beslissen
Lat. Statua
Tradere
Trado III
1) overhandigen 2) toevertrouwen
Ndl. Een traditie
Inferi
Inferorum m. Mv
De onderwereld
Maritus
Mariti m.
De echtgenoot
Fr. Mari
Morbus
Morbi m.
De ziekte
Mensis
Mens-is m.
DE maand
Aetas
Aetat-is v.
De leeftijd, de periode
Suadere
Suado III
Aanraden
Carpere
Carpo III
Plukken
Claudere
Claudo III
Sluiten
Crescere
Cresco III
Groeien
Occidere
Occido III
Doden
Procedere
Procedo III
Vooruitgaan
Tangere
Tango III
1) aanraken 2) treffen 3) bereiken
Prodesse
Prosum o.
Nuttig zijn
Perire
Pereo O.
Ten onder gaan, sterven
Quando ?
/(bijwoord)
Wanneer ?
Rursus
/(bijwoord)
Opnieuw