Capitulo 2b Flashcards
celulares
mobiel
siempre
altijd
ventanas
ramen
pequeñas
klein
hay
er is, er zijn
tocar
spelen
el piano
de piano
hacer
doen, maken
preocupadas
bezorgd
ellas están
zijn zijn
visitar
bezoeken
lugares
plaatsen
conozco
weten
trece
dertien
cuesta
kost
cuántes
hoeveel
neveras
koelkasten
la cocina
de keuken
los pantalones
de broek
cuestan
kosten
dólares
dollar
plato
bord
creer
geloven
yo creo
ik geloof
más
meer
al lado
naast
el dormitorio
de slaapkamer
del
van de
ir
gaan
el parque
het park
yo uso
ik gebruik
vieja
oud
utilizar
gebruiken
lejos
ver weg
salir
vertrekken
ellas salen
ze vertrekken
la tarde
de middag
tarde
laat
disfrutar
genieten
día
dag
zapatos
schoenen
pasado
vroeger
no hay
er is geen, er zijn geen
hablar
spreken
mirar
kijken
luna de miel
huwelijksreis
ir
gaan
ciudad
stad, plaats
conmigo
met mij
estoy
ik ben
maleta
koffer
correr
lopen, rennen
te quiero
ik hou van je
disfruten
geniet van
veo
ik zie
ver
zien
demasiado
te veel
cumpleaños
verjaardag
sabes que
Weet je dat?
listo
klaar
tener
hebben
hoy
vandaag
nunca
nooit
después
daarna
próxima
nabij, dichtbij
pero
maar
al cine
naar de film
cine
bioscoop
comida
eten
sacar
hozen
suficiente
voldoende, genoeg
pelicula
film
semana
week
sabado
zaterdag