C3 - Een nieuw instrument (H6, 8 + artikelen) Flashcards
Hoe ziet assessment-ontwikkeling er in 4 stappen uit?
- Conceptualiseren
- Specificeren van structuur en opzet van test
- Psychometrische studies
- Implementatie
Wat is een Conceptuele definitie?
= abstracte beschrijving van construct
Wat is een operationele definitie?
= meetbare beschrijving van construct
Wat is ‘dissimulatie’?
= Patroon van onware antwoorden op een test, waarbij iemand zijn klachten erger of juist minder erg voordoet dan werkelijk
Welke dissimulatieschalen (validiteitschalen) zijn er? (4)
- F-schaal (fake bad) - klachten overdrijven
- L-schaal (fake good) - sociale wenselijkheid
- Inconsistentieschaal (signaleert tegenstrijdige antwoorden)
- V-schaal (onzin item toevoegen)
Wat is een ‘Testmatrijs’?
🧩 Testmatrijs = schema dat laat zien:
- Welke onderdelen van een construct worden gemeten
- Hoeveel vragen elk onderdeel krijgt
Wat is ‘selected response’?
= deelnemers kiezen uit antwoorden die gegeven zijn (multiple choice)
Wat is Constructed response?
= deelnemers formuleren zelf antwoorden (open vragen, essay)
Waar staat COTAN voor?
COmmissie TestAangelegenheden Nederland
Welke 7 criteria heeft COTAN? (deze worden beoordeeld met O/V/G)
- Uitgangspunten testconstructie
- Kwaliteit testmateriaal
- Kwaliteit handleiding
- Normen
- Betrouwbaarheid
- Begripsvaliditeit
- Criteriumvaliditeit
Wat zijn ‘Bad-parent beliefs’?
= ouders voldoen niet aan eigen/andermans standaarden van “goed ouderschap”
Wat is ‘self-blame’?
= ouders geven zichzelf schuld van problemen kind (door genen, te laat herkennen symptomen, etc.)
Wat is ‘self-shame’?
= ouders schamen zich voor associatie met kind met mentale problemen
Wat is het doel van een testmatrijs?
🎯 Doel:
Zorgen voor een goede spreiding van onderwerpen of symptomen
Voorkomen van over- of onderrepresentatie
→ Bijvoorbeeld: bij een depressietest niet alleen ‘somberheid’, maar ook ‘slaap’, ‘eetlust’, etc.
Wat zijn 2 doelen van een gestandaardiseerde test?
- Objectiviteit (vaste instructie, elke testleider zou tot dezelfde conclusie moeten komen)
- Vergelijkbaarheid (testsituatie is voor iedere deelnemer gelijk)
Wanneer is een test van goede kwaliteit (6)?
- Efficiënt
- Objectief
- Standaardisatie (situatie is vergelijkbaar met meting in de normgroep)
- Normering (je kunt vergelijken met andere scores op de test)
- Betrouwbare testscores
- Valide testscores