C2 - Testscores interpreteren (H2,3) Flashcards
Waar moet een goede normgroep aan voldoen? (4)
- representatief voor de testdoelgroep
- demografisch overeenkomen
- recent zijn
- groot genoeg zijn (ongeveer 1000)
Wat is het Flynn effect?
toename van gemiddelde intelligentiescores over tijd. Testprestaties verbeteren gewoon
Wat is de ‘Item Response Theory’ (IRT)?
eigenschappen meten die je niet direct kunt observeren, zoals:
- Intelligentie
- Leervaardigheid
- Motivatie
–> zijn latente trekken
Het gaat niet om aantal goed, maar hoe moeilijk de vragen zijn die iemand goed of fout maakt
Wat is summatief?
bekwaamheid op een bepaald moment
Wat is formatief?
testresultaten gebruiken om instructie vorm te geven
Welke meetniveaus zijn er?
- Nominaal (woonplaats)
- Ordinaal (opleidingsniveau)
- Interval (likert-schaal)
- Ratio (gewicht)
Voor welke meetniveaus kun je de mediaan bepalen?
- Ordinaal
- Interval
- Ratio
- Nominaal niet –> heeft geen volgorde
Welke centrummaten zijn er?
- Gemiddelde (som van alle scores/ aantal scores)
- Mediaan (middelste getal)
- Modus (meest voorkomende waarde)
Voor welke meetniveaus kun je het gemiddelde berekenen?
- Interval
- Ratio
Welke centrummaat is het meest gevoelig voor uitbijters?
gemiddelde
Hoe zien modus, mediaan en gemiddelde eruit als de gegevens normaal verdeeld zijn?
De modus, mediaan en het gemiddelde zijn allemaal hetzelfde
Welke 3 vormen van variabiliteit zijn er?
- Range (hoogste - laagste score)
- Standaarddeviatie (gemiddelde afstand van het gemiddelde)
- Variantie (kwadraat van SD)
Welke 2 factoren beïnvloeden correlatie?
- Lineaire relatie (er moet een lineair verband zijn anders is correlatie laag of 0)
- Range restriction (als alle deelnemers op elkaar lijken, moeilijk om een verband te vinden)
Wat is DLE?
= Didactische Leeftijdsequivalent
= verhoudingsscore
= Drukt uit hoeveel onderwijsmaanden een leerling “waard” is op het moment van toetsing (groep 3=start)
Waarom geen DLE’s gebruiken? (3)
- Vergelijkt niet met leeftijdsgenoten, maar met een leerjaargemiddelde.
- Gaat uit van lineaire groei, terwijl leren in werkelijkheid sprongsgewijs gaat
- Onbetrouwbaar voor diagnostiek en besluitvorming