C - Control Flashcards

1
Q

Waar staat OCAP voor?

A

Out of Controll Action Plan = Hoe te reageren bij een afwijking, gesignaleerd in Controll-Chart (regelkaart).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 4 Control-charts (regelkaarten) zijn er voor continue data?

A
  • I Chart / I-MR Chart
  • Xbar-R Chart / Xbar-S Chart
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke 4 Control-charts (regelkaarten) zijn er voor discrete data?

A

P Chart/ NP Chart (Proportie in tijd, bv %electische auto’s per maand)

  • P = limiet past aan per subgroup (bijv. % auto’s per maand fluctueerd)
  • NP = non-variable subgroup proportions, limieten zijn Constant per subgroep

U Chart / C Chart (Defects per unit in de tijd)

  • U = limitiet past aan per subgroep (Units defecten), bijv. Per week (subgroep) ander aantal vacatures gepost
  • C = limieten zijn Constant per subgroep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een EWMA Chart?

A

EWMA = Exponential Weighted Moving Average (Hoe recenter, des te zwaarder gewogen.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • Voor bepalen van toleranties voor X-en, zijn van belang: 1.bufferen, 2.optimale instellingen, 3.robuust design.*
  • Wat wordt bedoeld met deze 3 termen?*
A
  1. Bufferen: foutmarge voor meetfout meenemen. Meetfout bepalen (DOE of GageR&R) en de USL met 3sigma verlagen en de LSL met 3sigma verhogen.
  2. Optimale instelling: Y (uitkomst) heeft USL/LSL en X (variabele) heeft invloed daarop. Dus als je de USL/LSL weet, dan kan je de LTL/UTL (lower/upper tolerantie limiet) voor de X berekenen.
  3. Robuust design: m.n. bij non-liniaire processen kan de LTL/UTL zo gekozen worden dat deze relatief weinig impact op de Y hebben. Je wilt niet in einde van een hyperbool zitten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is LOM?

A

LOM = Lean Operational Management

  1. Dagstart = Tier-structuur, bespreken KPI’s en motiveren team.
  2. Weekplanning = Tier-W, week vooruit kijken, geeft richting aan dagplanning.
  3. Problemen vangen en oplossen = Actiepuntenlijst of Verbeterbord.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is DfSS?

A
  • Design for Six Sigma (DfSS, DfLSS) heeft focus op R&D (Waar LSS normaal op productie richt.)
  • Gebruikt ipv DMA-IC, DMA-DV (Design, Verify).
  • DMADV ookwel in de net andere vorm (D)IDOV = Identify, Design, Optimize, Verify).
  • DMEDI = Define, Measure, Explore, Develop, Implement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is QFD?

A

QFD = Quality Function Development, tool voor inzichtelijk krijgen wat de klant belangrijke vindt en hoe je dat kan implementeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is SMED?

A

SMED = Single Minute Exchange of Die, een methode op set-up en change-over tijden van machines/lijnen te reduceren.

A) Wat kan off-line (scheiden)

B) Converteer in-line werk naar off-line

C) Vereenvoudig en stroomlijn (Flow) activiteiten

D) Leg de stappen helder vast, choriografie van een dans

Denk ook aan standaardiseren van ontwerp (1 type schroef)

Werk altijd aan bottle-necks. (Een uur gewonnen op een bottleneck is een uur gewonnen voor het totale proces. Een uur gewonnen op een niet-bottleneck is een verloren inspanning.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly