Algemeen Flashcards

1
Q

Wat te doen als je LSS-project negatieve gevolgen heeft?

A

Noem negatieve aspecten als limitatie. Wees open naar sponsor, voorkomt verrassingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het juiste tempo van een project/traject?

A

Tempo dat afgestemd is op het team, moet kunnen versnellen en vertragen. Voorkom dat je vooruit loopt op de horde. Verander in kleine projectjes, doe kleine stappen. Ook binnen project kleine stappen om de ervaren/oude teamleden mee te krijgen in het verhaal. (Grote sprongen gaan niet goed, verlies in draagkracht: Impact = kwaliteit x effectiviteit)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Idea Management?

A

Goed ingepakt verhaal (juiste haakjes voor kleuren/Belbin profielen/afdelingen), heeft meer impact.

Moet flexibel zijn in communicatie stijlen: meerdere stijlen beheersen en op juiste moment bewust inzetten. (Details/hard grote lijn/politiek ingepakt/vanuit doel of persoon. Let bij projecten op meerdere groepen: VOC/VOB/VOE/Guidelines/Q.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Projectcharter en/of storyboard, wanneer tonen?

A

Voor start elke DMAIC-fase storyboard mailen naar alle stakeholders (ter info). Afspraak inplannen met sponsor/proceseigenaar/proj.lead(zelf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een X-matrix?

A

Bruikbaar voor zelf en/of team. Zet Strategie (3-5 Y) om naar Jaarplan (1 Y) naar project (1-6 mnd) naar KPI (Continu/1x pw/1x pm).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat doe je met een lijst verbeter-ideën?

A

Gebruik een Cost-Benefit grafiek (print op A3) en plak post-its (kan ook in PPP).

Bij complexe keuzes: selectiematrix gebruiken om op basis van criteria een keuze te maken m.b.v. een gewogen gemiddelde/score.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

3 stappen training/presentatie gestructureerd voorbereiden?

A
  1. Start met Doel en werk van daaruit ‘terug’
  2. a+b. Context&Resultaat
    1. Context: wie sponsor/vraagsteller, stakeholders, bedrijfscultuur
    2. Resultaat: wat verwacht je binnen context van deelnemers om te komen tot doel
  3. Deelnemers: wie nodig je uit OF wie zijn er al uitgenodigd

Stap 1-3: bepalen werkvorm&agenda.

  • Start met verbreden zodat iedereen problem/oplossing volgt en support. Daarna pas focus aanbrengen en per deelresultaat op doel af.
  • Voorbereidingsvraag: stel altijd een voorbereidingsvraag voor mindset. Splits indien mogelijk 2uur op in 2x45 min (herhalen&focus).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vormen van baten?

A

Tastbaar:

1) zeker/berekenbaar,
2) verondersteld, lastig meetbaar,
3) mogelijke baten

Niet tastbaar:

tevredenheid klant/medewerker, veiligheid (slecht meetbaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarvoor staan CATCH/LOSE criteria

voor Elevator pitch/presentatie?

A

Zie afbeelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor staat CAP-model?

A

Change Acceleration Program (Zie afbeelding)

E=KxA K+A=10

Eigen project scoren op CAP (via tabel) en gebruiken als spiegel waar aandacht te geven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe sustain behalen?

A
  • Shared need&Vision (CAP goed toepassen op sponsoren)
  • Periodieke checks, zitten we nog op schema (KPI)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly