C Flashcards

1
Q

de opkomst van steden leidt mee tot nieuwe verhoudingen tussen de standen=(tijd)

A

1000-1500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

11de eeuw

A

heropleving van handel, steden opnieuw in bloei, meer vrijheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale verschuivingen=

A

veranderingen binnen het sociale domein, door opkomst v. steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

hoe kon je adel worden in de 17de eeuw?

A

erfopvolging, uitoefenen v. een bepaald beroep, door een adelbrief v.d. koning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vorsten steunden de opkomst v.d. steden, ze zochten ook…onder de rijke stedelingen.

A

medewerkers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lieuwe edellieden=

A

ambtsadel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zwaardadel

A

militaire adel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

in de steden kwamen nieuwe bevolkings groepen:

A

handelaars, ambachtslui, ambachtsadel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

poorters

A

inwoners met stadsrechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

lokale domeinheren toelaten…om plattelandsvlucht tegen te gaan

A

meer vrijheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verdwijnt horigheid:

A

1500, meesten boeren waren vrije pachters die hun grond huurden v. een heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pachten

A

huur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

benamingen:

A

zwaardadel, ambtsadel, geestelijken, boeren, ambachtslui, handelaars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly