Buch 5 Voca Flashcards
Der anrug
De oproep
Eigen anruf bekommen
Een oproep krijgen
Auskomen mit
Rondkomen
Endgultig
Definitief
Ganz
Helemaal
Gar nicht
Helemaal niet
Gerade
Net
Geschehen
Gebeuren
Der streit
De ruzie
Verzeihen
Vergeven
Die beziehung
De relatie
Vrrnachlässingen
Verwaarlozen
Die tatsasche
Het feit
Je….desto
Hoe…hoe
Zudem
Bovendien
In bezig auf
Met betrekking tot
Es sie denn
Tenzij
Die voraussetzungen
De voorwaarden
Die unterschrift
De handtekkeniny
Der lebenslauf
De cv
Der audenthalt
Het verblijf
Beachten
Zich houden aan
Drinnen
Binnen
Da druben
Daarginds
Erlauben
Toestaan
Erleben
Beleven
Erreichen
Bereiken
Der museumfuhrer
De museumgids
Auf der rückreise
Op de terugreis
Sich verlaufen
Verdwalen
Wir haben uns verlaufen
We zijn verdwaald
Zurückk
Kehren
Terugkeren
Die altstadt
De binnenstad
Angenehm
Aangenaam
Die doppelhaushalfte
De twee-onder-een-kapwoning
Vor meinen hausse entfermt
Van mijn huis vandaan
Das eefgeschoss
De begane grond
Die etagewhoning
De flat
Die kirche
De kerk
Der laden
De winkel
Auf dem lande
Platteland
In ordnung
In orde
Weit
Ver
Die auskunfi
De informatie
Die gegend
De steek
Der gipfel
De top
Der hügel
De heuvel
Kurzfristig
Op korte termijn
Sogar
Zelfs
Der tiefebene
De laagvlakte
Zwak
Weliswaar
