bloeddruk regulatie Flashcards

1
Q

gevolgen hypertensie

A

endotheeldisfunctie, linkerventrikel hypertrofie, risicofactor H&V ziekten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geneesmiddelen hypertensie

A

beta blokkers, calcium antagonisten, nitraten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een negatief effect van het combineren van verapamil en propanolol

A

bradycardie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een pA2 waarde?

A

Het laat zien hoe potent een antagonist een bepaalde respons kan blokkeren. 2x zoveel antagonist, zelfde effect (EC50)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Benoem de calciumantagonisten van hoge naar lage vaatselectiviteit

A

Difedipine, diltiazem, verapamil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Oorzaken trombocytopathie

A

Aspirinegebruik, nierinsufficientie, langdurig antibiotica gebruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Is de gemiddelde druk in in het been bij een liggend persoon lager of hoger dan in de aorta? Waarom?

A

Lager, vanwege de wrijvingsvliezen tgv viskeus zijn van het bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Is de gemiddelde druk in in het been bij een zittend persoon lager of hoger dan in de aorta? Waarom?

A

Hoger, vanwege de hydrostatische druk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly