bloed en circulatie 2 Flashcards

1
Q

wat bepaald de bloedruk

A

HMV x weerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat bepaald de hartfrequentie

A

leeftijd, conditieniveau, lengte, stress en medicatie (zoals bètablokkers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

normaal waarde bloeddruk

A

120/80

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule gemiddelde systemische bloeddruk

A

1x sys + 2x dist gedeeld door 3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verdeling bloed over lichaam hart en longen

A

15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verdeling bloed over lichaam veneus

A

70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

verdeling bloed over lichaam arterieel

A

10%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verdeling bloed over lichaam haarvaten

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

stroomsnelheid bloed

A

De stroomsnelheid word beinvloed door de totale oppervlakte en de doorsnede van vaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

regulatie bloeddruk zenuwstelsel

A

Via zenuwstelsel + bloedvaten is snel. Een baroreceptorreflex MAP  baroreceptoren (rek)  hersenstam  sympatische en parasympatisch zenuwstelsel  MAP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bloeddruk regulatie via nieren

A

RAAS systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bloeddruk regulatie via hormonen

A

antidiuretisch hormoon (anti plas hormoon)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hypertensie

A

140/90

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hypotensie

A

90/60

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

proces perifeer arterieel vaatlijden

A

Ontstaanswijze:
Cardiovasculaire risicofactoren
Atherosclerose in arteriële beenvaten 
Chronisch klinisch beeld: claudicatio intermittens, etalage benen
- Kenmerken zoals: Pijn, moe en stijf gevoel en krampen
- Klachten in beenspieren bij lopen.
- Bij toename van inspanning treden te klachten eerder op
- Bij stilstaan gaan de klachten weg
- Geen klachten bij zitten of staan
- Soms eenzijdig koud gevoel in de voet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

proces chronische veneuze insufficiëntie

A

diepe venen, kleppen gaan stuk, oppervlakkige venen, spataderen, huid, tekenen van cvi

17
Q

primaire hypertensie

A

geen duidelijke oorzaak

18
Q

secundaire hypertensie

A

word veroorzaakt door iets