bloed en circulatie 1 Flashcards

1
Q

atria

A

boezem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ventrikels

A

kamers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wandopbouw hart

A

endocard, myocard, epicard en pericard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kleppen hart

A

mitralisklep, aortaklep, tricuspedalisklep en pulmonalisklep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geleidingssysteem hart

A

Prikkelgeliding systeem: zet spieren aan tot samentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

coronairen

A

aftakkingen aorta (kransslagader)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat vervoerd arterie

A

vervoerd zuurstofrijk bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat vervoerd vene

A

zuurstof arm bloed terug naar het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

capillairen doen?

A

organen van bloed voorzien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

samenstelling bloed

A

Bloed 45%: Erytrocyten, Trombocyten, Leukocyten
Bloedplasma 55%: 90% water, Plasma eiwitten, Elektrolyten, Voedingstoffen, Afvalstoffen, Zuurstof, CO2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

systolische druk

A

vde druk in arteriën als gevolg van het samenknijpen van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

diastolische druk

A

de druk in arteriën als gevolg van het ontsnappen van het hart

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waardoor ontstaan harttonen

A

De eerste harttoon ontstaat door het sluiten van de mitralis- en tricuspidalisklep (de atrioventriculaire kleppen ) aan het begin van de systole en is het luidst te horen aan de apex. De tweede harttoon ontstaat door het sluiten van de aorta- en pulmonalisklep (de semilunaire kleppen ).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

volgorde bloedstroom door hart

A

(bovenste of onderste) holle ader – rechterboezem – rechterkamer – longslagader – longhaarvaten – longader – linkerboezem – linkerkamer – aorta – (orgaan)slagader – (orgaan)haarvaten – (orgaan)ader – (bovenste of onderste) holle ader – enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

passieve vullingsfase

A

alle kamers ontspannen en bloed komt binnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

actieve vullingsfase

A

slagaderen trekken samen om bloed naar de kamer te duwen

17
Q

p top

A

depolaris atria

18
Q

pr segment

A

vertraging av knoop

19
Q

qrs complex

A

depolarisatie ventrikels

20
Q

st segment

A

rustmoment

21
Q

t top

A

repolarisatie ventrikels

22
Q

sinusritme

A

het hart trekt samen door elektrische prikkel

23
Q

belangrijke risico factoren cardiovasculair

A

Niet beïnvloedbaar:
- Leeftijd
- Erfelijkheid
- Mannelijk geslacht
Leefstijl:
- Voeding
- Gebrek aan bewegen
- Obesitas
- Roken
- Alcohol
Arts/verpleegkundige
- Verhoogde bloeddruk (hypertensie)
- Verhoogd cholesterol (hypercholesterolemie)
- Diabetes mellitus type 2 (glucose)

24
Q

wat is atherosclerose

A

aderverkalking in vaatwanden

25
Q

Proces pagina pectoris

A

pijn op de borst bij inspanning. Bloedonderzoek en ecg. Medicatie. Uitstraling ledematen met pijn.

26
Q

proces acuut coronair syndroom

A

een drukkende pijn, midden op de borst. Bloedonderzoek en ecg. Dotterbehandeling.

27
Q

proces instabiele angina pectoris

A

In rust pijn op de borst. Bloedonderzoek en ecg. Leefstijl aanpassen en medicatie. Verstopping kransslagader. Hersenschade.

28
Q

alarmsymptomen hart en vaatstelsel

A
  • aanhoudende vermoeidheid en hoofdpijn;
  • een klemmend of zwaar gevoel op de borst;
  • pijn in de bovenbuik, kaak, nek, rug of pijn tussen de schouderbladen;
  • kortademigheid of benauwdheid;
  • misselijkheid en duizeligheid;
  • hartkloppingen.
  • onrustig gevoel / angst en snelle ademhaling;