Bipolair part 1 Flashcards
Wat is het verschil tussen unipolair en bipolair?
- Unipolair depressive disorder: de persoon ervaart enkel depressieve episoden
- Bipolair and related disorders: de persoon ervaart zowel depressieve als manische episoden.
Welke episoden van depressie zijn er?
- Manische episode: gekarakteriseerd door intense/onrealistische gevoelens van opwinding en euforie. Tussendoor vaak erg geïrriteerd of agressief vooral wanneer anderen niet mee gaan in deze episoden. Deze stemming moet een week aanhouden.
- Hypomanic episode: wanneer de symptomen minder hevig zijn maar er wel een duidelijk waarneembaar verschil is met het normale gedrag van de persoon. Het verschil met de manie is dat hypomanie niet samen gaat met psychotische verschijnselen en niet zorgt voor een verstoring van normaal functioneren.
- Mixed-episode: wanneer iemand in korte tijd afwisselt tussen intense neerslachtigheid en euforie. Dit gebeurt allemaal binnen dezelfde episode van de ziekte (zowel manie en depressie tegelijk, maar één hiervan is dominant).
Wat is een bipolaire stoornis?
worden onderscheid door de aanwezigheid van manische of hypo manische episoden gevolgd door perioden van depressie. Tijdens de manische periode voelt iemand zich erg opgewekt en euforisch. Dit wordt afgewisseld met extreme irritatie (vooral wanneer anderen niet meegaan in dit gedrag). Deze extreme stemming moet minstens een week aanhouden voordat de diagnose gemaakt kan worden. Verder moeten er nog 3 andere symptomen aanwezig zijn.
Wat is de DSM criteria voor een manische episode?
A. Een te onderscheiden periode van abnormale en aanhoudende verhoogde, uitgebreide of geïrriteerde stemming. Er is een abnormaal hoge en aanhoudende goal-directed activiteit of energie. Dit duurt ten minste 1 week en is gedurende het grootste deel van de dag aanwezig, bijna elke dag.
B. Tijdens de periode van de stemmingsverstoring en toegenomen energie zijn er minstens 3 (of 4 wanneer er alleen irritatie is) symptomen aanwezig:
a. Toegenomen zelfvertrouwen
b. Minder slaap nodig
c. Meer praten van normaal of het gevoel meer te willen praten
d. Heel veel ideeën of subjectieve ervaringen dat gedachten ‘’racen’
e. Erg snel afgeleid (ervaring of geobserveerd)
f. Toegenomen goal-directed activiteit of psychomotoor beweging
g. Meer deelname aan activiteiten die een grote kans hebben te eindigen met pijnlijke consequenties.
C. De stemmingsverstoring is zo erg dat het zorgt voor een verslechtering in sociaal, bezigheids- of ander belangrijk gebied van functioneren of wanneer het noodzakelijk is opgenomen te worden om schade aan zichzelf of anderen te voorkomen.
D. De episode kan niet toegeschreven worden aan fysieke effecten van een substantie.
Wat is de criteria voor bipolair 1?
onderscheid zich van major depressie door de aanwezigheid van manieën (mixed episode).
A. Aanwezigheid/geschiedenis van tenminste 1 manische episode
B. De manische episode wordt gevolgd door een hypo manische episode of een major depressieve episode
C. Symptomen worden niet beter uitgelegd door schizofrenie of andere stoornissen
Wat is de dsm-criteria voor bipolair 2?
hierbij ervaart het individu geen volledige manische episode maar wel duidelijke hypo manische episodes en major depressieve episodes. Deze vorm komt even vaak, of iets vaker voor dan bipolair disorder I.
D. Aanwezigheid/geschiedenis van tenminste 1 major depressieve episode
E. Aanwezigheid/geschiedenis van tenminste 1 hypo manische episode
F. Geen geschiedenis van manische episoden
G. Symptomen worden niet beter uitgelegd door schizofrenie of andere stoornissen.
Hypomanie duurt vaak minder lang dan een manische episodes
Wat is een cyclothyme stoornis?
(onjuiste gebruikte benamingen zijn cyclodysthymie of cyclodysthemie) is een psychische aandoening die gekenmerkt wordt door wisselende stemmingen, waarbij hypomane episodes afgewisseld worden met periodes van uitputting met depressieve symptomen 2 jaar lang, maar wel minder heftige symptomen van de major depressieve episodes.
kunnen mood swings wijzen op een bipolaire stoornis?
als een moodswing sterk, ernstig en persistent is, dan is het een symptoom van een affectieve stoornis. Maar normaliter is het minder ernstig dan bij een bipolaire stoornis. Mood swings houden meestal ook niet 1 week aan (wat wel nodig is volgens DSM-5 criteria voor bipolaire stoornis). Je kan gedurende de dag wat stemmingswisselingen hebben, maar dat hoeft dus helemaal niet te wijzen op een BD.
Wat zijn oorzaken van een bipolaire stoornis?
- Genetische invloeden: 10 tot 25% van de eerste graad familie heeft ook symptomen die de stoornis ervaren. 7% heeft de stoornis daadwerkelijk. Tweelingstudies bevestigen dit: Monozygote: 69,6% - Dizygote: 29,3%
- Neuro chemische factoren: bipolaire stoornissen blijken ook geassocieerd met abnormaliteiten in de neurotransmitter levels. Hier zijn dopamine en norepinephrine belangrijk. Serotonine lijkt geen rol te spelen. Deze stoornis wordt vaak behandeld met olanzapine of fluoxetine (prozac). Triggers voor een depressieve episode zijn verlies, falen of algemeen negatieve levensgebeurtenissen. De manie kan getriggerd worden door het behalen van een doel, reacties op een medicijn, verstoring van het slaapritme of het veranderen van seizoen.
Wat is de prevalentie van bipolaire stoornis?
- De lifetime prevalentie van bipolaire stoornis ligt tussen de 1% en 3%, en er is niet echt een verschil tussen de geslachten .
- Bij 5% tot 15% van de gevallen verandert de bipolar 2 disorder in een bipolar 1 stoornis (dus van hypomanie naar volledige manie).
- De gemiddelde age of onset ligt tussen de 18 en 22 jaar.
- Bij ongeveer 2/3e van de gevallen ontstaat depressieve episode direct na manische episode. In andere gevallen gebeurt dit na een pauze van normaal functioneren.
- 5%-10% van de patiënten met een bipolaire stoornis hebben minstens 4 episodes per jaar. Dit wordt ook wel rapid cycling genoemd.
Wat is de kindling hyopthese?
Bij de ‘kindling’ hypothese ontstaan de eerste episode van bipolaire stoornis na blootstelling aan een stressor, latere episodes kunnen zonder deze stressor ontstaan. Epigenetische mechanismen, deregulering van mitochondriale functie, paden die neuroplasticiteit ondersteunen, ontsteking en een toename van oxidatieve en nitrosatieve stress worden allemaal voorgesteld als factoren die neuroprogressie bevorderen in de context van een bipolaire stoornis. Afwijkingen in de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as worden ook verondersteld een grote rol te spelen in de pathofysiologie en progressie van bipolaire stoornis.
Wat is de behandeling voor acute mania?
: antipsychotic agents of mood stabilizers. Als er na 1-2 weken geen reactie is op de medicatie, moet een andere medicatie worden overwogen. ECT als een monotherapie of als een aanvullende behandeling, is ook effectief voor patiënten met refractaire manie en agressief gedrag of psychotische symptomen
Wat is behandeling voor acute depressie?
tijdens een depressieve episode hebben patiënten een groter aantal onaanvaardbare bijwerkingen van farmacologische behandelingen dan tijdens een manische episode. Daarom wordt een lage aanvangsdosis toegepast met een geleidelijke dosisaanpassing naar boven. Het risico van het overstappen op manie bleek hoger te zijn bij patiënten met bipolaire stoornis I dan bij patiënten met bipolaire stoornis II. Daarom worden antidepressiva over het algemeen vermeden bij patiënten met bipolaire stoornis type I, maar indien nodig kunnen ze gelijktijdig worden voorgeschreven met stemming stabilisatoren.
ECT is effectief bij patiënten met therapieresistente en Multi therapie-resistente bipolaire depressie. Daarnaast is er voorlopig bewijs voor het gebruik van adjuvante psychotherapeutische benaderingen bij het beheer van bipolaire depressie, zoals psycho-educatie, cognitieve gedragstherapie, gezinsgerichte therapie, dialectische gedragstherapie en op mindfulness gebaseerde CBT, evenals interpersoonlijke en sociale ritme therapie (wel kleine effectgroottes voor deze behandelingen).
Wat is de behandeling voor maintenance?
een dergelijke behandeling, gericht op het voorkomen van affectieve episodes en belastende affectieve symptomen, vereist vaak een combinatie van farmacologische, psychologische en leefstijlinterventies. Idealiter zou een onderhoudsbehandeling moeten worden gestart kort na het begin van de ziekte. Lithium blijft een van de meest effectieve drug voor de preventie van zowel depressieve en manische terugkeren in bipolaire stoornis. Ondanks de langdurige werkzaamheid van lithium, kunnen er bijwerkingen ontstaan, waaronder nierfalen, hypotyreoïdie, polydipsie, polyurie, tremoren en een toename in perifeer calcium en bijschildklierhormoon niveaus.
Wat is interpersonal and social rhythm therapy?
een aanpassing van interpersoonlijke psychotherapie gebaseerd op de social zeitgeber hypothese. Deze hypothese stelt dat onstabiele of verstoorde dag routines leiden tot instabiliteit van het circadiaanse ritme en in kwetsbare individuen voor stemmingsepisodes en uiteindelijk bipolaire episodes kunnen zorgen. Een vast ritme is dus belangrijk in het beschermen van bipolaire patiënten tegen een terugval. Deze behandeling focust op de link tussen stemmingssymptomen en kwaliteit van sociale relaties en sociale rollen, het belang van het behouden van een vast dagelijks ritme en de identificatie en omgang met ritme verstoringen. De interpersoonlijke aspecten van IPSRT richten zich op de oplossing van huidige interpersoonlijke problemen en preventie van toekomstige problemen.
Wat is intensive clinical management?
(1) Educatie over bipolaire stoornis, (2) educatie over medicatie, (3) educatie over basis slaap hygiëne, (4) voorzichtige review van symptomen, (5) voorzichtige review van nadelige effecten, (6) medisch en gedragsmanagement van nadelige effecten en (7) non-specifieke support.
Wat was de hypothese van het artikel van frank?
De hypothese van dit onderzoek luidt: ‘IPSRT is geassocieerd met kortere remissie en langere tijd tot herhaling gedurende twee jaar dan ICM’.
Wat waren de resultaten/discussie van het artikel van frank?
Na het controleren op variabelen die significante effecten op lange-termijn uitkomsten hadden, bleken de participanten die IPSRT in de acute behandelfase ervaarden, langer te leven zonder nieuwe affectieve episode. Ook hadden deze mensen meer kans om ‘beter’ te blijven gedurende de volle twee jaar van de preventieve maintenance fase. Dit effect lijkt gemedieerd door de verhoogde regulariteit van sociale routines onder de subjecten.