Bezittelijk voornaamwoord Flashcards
1
Q
Mijn
A
Mein(e)
2
Q
Jouw
A
Dein(e)
3
Q
Zijn
A
Sein(e)
4
Q
Haar
A
Ihr(e)
5
Q
Onze
A
Unser(e)
6
Q
Jullie
A
Euer, eure
7
Q
Hun
A
Ihr(e)
8
Q
Uw
A
Ihr(e)
HOOFDLETTER
9
Q
De -e komt erbij…
A
Vrouwelijk en meervoud