Bewegingsapparaat Flashcards

1
Q

beschrijf 3 soorten botcellen

A

osteoblasten, osteocysten en osteoclasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

beschrijf 1) radius, 2) humerus en 3) ulna 4) sternum

A

1 )spaakbeen

2) bovenarm
3) ellepijp
4) borstbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

1) scapula 2) cranium

A

1) schouderblad 2) schedel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschil centraal en perifeer zenuwstelsel

A

CZS > hersenen + ruggenmerg

PZS > hersenzenuwen + ruggenmergzenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly