belangrijk nog Flashcards

1
Q

Actuariteit is altijd de … methode bij het interpreteren van een test

A

Objectieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Voor het combineren van testen kan het beste de … worden gebruikt

A

Actuarische

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

IQ heeft geen normering zonder….

A

Deviatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klinische methode is altijd de …. bij het interpreteren van een test

A

Subjectieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan men onderzoeken aan de hand van een multitrek-multimethode matrix?

A

a. De soortgenootvaliditeit en de divergente validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q
  1. Een selectiepsycholoog wil de scores op een interview (Likert scores: 1-5) en scores op een intelligentietest (z-scores) op eenzelfde schaal brengen zodat ze beter te interpreteren zijn ten opzichte van elkaar. In de oorspronkelijke scoring correleren de scores r = .43. De correlatie tussen de scores op beide tests na de transformatie van de Likert scores in z-scores is

a. Kleiner dan .43.
b. Groter dan .43.
c. Gelijk aan .43.

A

c. Gelijk aan .43.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat voor type test is de RAKIT?

A

Een individuele ontwikkelingstest

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom kunnen we in de klassieke testtheorie de betrouwbaarheid van een score alleen schatten en niet precies bepalen?

A

Omdat we de betrouwbare score niet kunnen weten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Een onderzoeker maakt een nieuwe test voor technisch inzicht. Zij correleert de scores op deze nieuwe test met de scores op een test die ook technisch inzicht meet. Dit doet ze om te zien of beide tests hetzelfde meten. Zij onderzoekt hier de

A

congruente validiteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In de klassieke testtheorie is de correlatie tussen de geobserveerde score en de meetfout

A

positief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij testconstructie op basis van een itembank wordt gebruik gemaakt van

A

item informatiefunctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

In de klassieke testtheorie is de correlatie tussen de meetfout en de betrouwbare score

A

nul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is kenmerkend voor tests voor typical performance test

A

Low stakes tests en polytome items

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is een geschikte methode om de betrouwbaarheid van snelheidstests (speedtests) in kaart te brengen?

A

b. Test-hertestbetrouwbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

a. Item-test correlaties onderschatten de samenhang tussen de itemscore en de testscore.
b. Item-rest correlaties zijn altijd groter dan item-test-correlaties.
c. Hoe kleiner het aantal items in de test, hoe groter het verschil tussen item-rest en item-test correlaties.
b.

A

c. Hoe kleiner het aantal items in de test, hoe groter het verschil tussen item-rest en item-test correlaties.
b.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan men onderzoeken aan de hand van een multitrek-multimethode matrix?

A

De soortgenootvaliditeit en de divergente validiteit

17
Q

Waarom kunnen we in de klassieke testtheorie de betrouwbaarheid van een score alleen schatten en niet precies bepalen?

A

a. Omdat we de betrouwbare score niet kunnen weten

18
Q

p-waarde staat voor

heb je alleen bij…. items

A

proportiecorrect

bij dichotome items

19
Q

a- waardes

A

hoeveel van de mensen voor de alternatieve incorrecte optie hebben gekozen

20
Q

Wat betekent een kappa van 1

A

Dat de beoordelaars het perfect met elkaar eens zijn

21
Q

Wat betekent een kappa van 0

A

Dat beoordelaars het totaal niet met elkaar eens zijn