begrippen hc5 Flashcards
Principes IRT
Unidimensionaliteit
alle items in de test meten dezelfde latente trek
Principes IRT
Lokale onafhankelijkheid
Het antwoord op het ene item wordt NIET beïnvloed door het antwoord op het andere item
Monotoniciteit
De item respons functie is ‘nondecreasing’ dus daalt nooit
Bij een hoge theta waarde heb je ook meer vragen goed. –> stijgende lijn
Wat beschrijft de item respons theorie (IRT)?
De kans dat een persoon met een bepaalde latente trek (bijvoorbeeld intelligentie of attitude) een item goed beantwoordt of een positief antwoord geeft.
Hangt af van de kenmerken van de items, zoals de moeilijkheid.
De kansen dat iemand een goed antwoord geeft bij de IRT hangt bijv. af van kenmerken van de items. Deze kansen worden beschreven door een ….. ook wel een …. genoemd
logistische functie,
Item respons functie (IRF)
Hoe steiler de IRF hoe …
groter het discriminerend vermogen, dus hoe beter!!!
Item respons functie (IRF)
is een logistische functie die de kansen op een positief antwoord en de persoonlijkheidstrek die wordt gemeten
Hoe groter het discriminerend vermogen hoe …
hoger de waarde van de discriminatieparameter.
Hoe beter het item dus onderscheid kan maken tussen personen met een lage en een hoge theta waarde.
Hoe meer de IRF naar rechts staat hoe …
moeilijker het item!
Iemand heeft een hoge theta waarde nodig om het item goed te beantwoorden.
Hoe kunnen negatieve waarde voor theta waarden en moeilijkheidsparametes mogelijk zijn?
De theta waarden staan op de z-score schaal.
Het verschil van de SE bij de klassieke testtheorie (KTT) en bij de IRT?
Bij KTT is de SE voor iedereen gelijk
Bij IRT moet aangetoond worden dat de SE juist niet voor iedereen gelijk is met betrekking tot de informatiefunctie.
Test informatiefunctie
De som van alle item informatiefuncties uit de test, vanwege de lokale onafhankelijkheid
Noem twee verschillen van het Mokken model vergeleken met met de parametrische IRT modellen
Bij het Mokken model wordt de p-waarde gebruikt voor de moeilijkheid.
Er wordt gekeken naar de totaalscore in plaats van theta.
welke testen bij een veronderstelde duidelijke ordening van fysieke of motorische testen?
Rasch/1PLM of Mokken’s model
Persoon-responsfunctie (PRF)
Kans dat een persoon met een gegeven theta waarde een goed antwoord geeft als functie van moeilijkheid
Guttman fouten
Afwijkingen in antwoordpatronen
het fout beantwoorden van makkelijkere items en het goed beantwoorden van fouten items
Guttmans fouten
11110000
0 fouten
Guttmans fouten
1110101
drie fouten.
In een Birnbaums 2-parameter Model (2PL) is welke parameter niet aanwezig?
Pseudokansparameter (komt alleen in 3PL voor)
Bevat wel de moeilijkheidsparameter en de discriminatieparameter
Welke assumptie van IRT kan problematisch zijn bij het meten van psychologische constructen zoals persoonlijkheid?
Lokale onafhankelijkheid
pseudokans niveau
Kans dat het goede antwoord wordt gegeven door mensen met een zeer LAGE thetawaarde.
Waar of niet waar:
IRT kan alleen met dichotome items werken
Niet waar: IRT kan met dichotome en polytome items werken
Wanneer gebruik je de 2PLM?
Welke soort test zou je hier op kunnen toepassen
Als je er vanuit gaat dat er niet wordt gegokt.
Kans om het goed te hebben ongeacht je theta waarde is in het begin bijna 0.
bijv. bij persoonlijkheidsvragen over extraversie daar ga je niet gokken
Wat is herkenbaar bij het 2PLM van Birnbaum?
Dat de gamma (Moeilijkheidsparameter) altijd gelijk is aan 0.
Gamme = 0