Belangerijke Tijdsaanduidingen Flashcards
1
Q
Als
A
Toen
2
Q
Bisher
A
Tot nu toe
3
Q
Derzeit
A
Nu, op dit moment
4
Q
Häufig
A
Vaak
5
Q
Heute
A
Vandaag
6
Q
Immer
A
Altijd
7
Q
Innerhalb
A
Binnen (b.v. Binnen 3 weken)
8
Q
Inzwischen
A
Intussen
9
Q
Jetzt
A
Nu
10
Q
Manchmal
A
Soms
11
Q
Nachdem
A
Nadat
12
Q
Nie(mals)
A
Nooit
13
Q
Nun
A
Nu
14
Q
Oft
A
Vaak
15
Q
Schon
A
Al, reeds