Begrippenlijst pagina 9 Flashcards
technicolor
Merknaam, maar later ook meer algemene benaming voor complexe bewerkelijke techniek tussen 1925 en 1950 om kleurenfilms te vervaardigen. Technicolor staat bekend om zijn verzadigde kleuren. In de jaren 40 van de vorige eeuw verdringt de kleurenfilm de
zwart-witfilms.
theater van de wreedheid
Ruige theatervorm bedacht door Antonin Artaud. Door acteurs fysiek uit te putten probeert Artaud de rationele controle weg te nemen en hen te laten spelen vanuit het onderbewuste.
twaalftoonsmuziek
Een compositietechniek ontwikkeld door Schönberg die uitgaat van een toonreeks, opgebouwd uit de twaalf tonen binnen het octaaf. Voordat een toon herhaald wordt moeten eerst de andere elf tonen in een door de muzikant te bepalen volgorde zijn gebruikt. Sinds het begin van de twintigste eeuw.
variété
Ontstaan vanuit kroegen en cafés in de tweede helft van de negentiende eeuw. In vergelijking met de operahuizen en theaters heerst in de variété theaters een ongedwongen sfeer. Op het podium wisselen
komische acts, pantomime en cabareteske zangnummers elkaar snel af (vandaar ‘gevarieerd theater’). De bloeitijd van de variété theaters, vooral in de Verenigde Staten (vaudeville), Engeland en Frankrijk (music hall), is aan het begin van de
twintigste eeuw en komt ten einde na de komst van de geluidsfilm.
vierde wand
Speelwijze waarbij de voorzijde van het toneel wordt opgevat als een denkbeeldige wand tussen het publiek en het podium. Acteurs spreken niet rechtstreeks tot het publiek, maar in realistische dialogen tot elkaar. Voor het eerst breed toegepast in het naturalistisch theater. Het effect wordt nog
versterkt door de introductie van elektrisch licht, omdat acteurs door het frontlicht uit de zaal het publiek minder goed kunnen zien.
worksong
Werkliederen gezongen door slaven tijdens het werk. Om het werk te verlichten komen het ritme en tempo van de liederen overeen met de lichaamsbewegingen. Voorloper van de blues en jazzmuziek.