Begrippen week 2 Flashcards
dga
M.b.t. de verhoudingen tussen de organen is er in het geval van een eenmans-bv enkel een directeur-grootaandeelhouder. Doordat deze persoon enig aandeelhouder en tevens enig bestuurder is, hoever er voor de ‘vergaderingen’ niet meerdere mensen bijeen te komen en is er ook geen machtsproblematiek tussen beide organen.
De ‘papieren vergaderingen’ die een dga met zichzelf moet houden zijn nodig om aansprakelijkheid te voorkomen. [zie pag. 289]
Intragroeps transactie
Wat er binnen een bestaande groep, bv. een concern, aangaat tussen transacties. Daar gelden bepaalde vrijstellingen voor.
vereenzelviging
Men spreekt van vereenzelviging als er een situatie is waarbij bepaalde verplichtingen en gedragingen van een rechtspersoon worden toegerekend aan een andere (rechts)persoon. Bijvoorbeeld aan een gelieerde vennootschap of aan een bestuurder. Het identiteitsverschil tussen de twee verschillende (rechts)personen wordt als het ware weggedacht en de één kan aansprakelijk worden gehouden voor de schulden van de ander. [bron]
bestuursautonomie
Bestuursautonomie houdt in dat het bestuur van de vennootschap zelfstandig is in de uitoefening van de taak en de bevoegdheden die door de wet en de statuten aan het bestuur zijn toegekend. [bron]
MBO
Een management buy out, afgekort een MBO, is de overname van een bedrijf door iemand die al werkzaam is in het bedrijf. Hij doet een overnamevoorstel aan de eigenaar om daarmee het bedrijf geheel of gedeeltelijk in eigendom te verkrijgen. De koper zal daarna het management van het bedrijf gaan voeren. [bron]
dividend
Dividend is winstuitkering van een onderneming aan haar aandeelhouders.
postconcurrente schuldeisers
De curator bepaalt een rangorde van schuldeisers tijdens een faillissement. Hoe hoger in de rangorde, hoe groter de kans dat een schuldeiser wordt betaald. Postconcurrente schuldeisers (zoals aandeelhouders) krijgen hun geld als laatste terug. Zij krijgen hun ingelegde geld pas terug als de andere schulden zijn betaald. [bron]
emissie
Het uitgeven van aandelen om aandelenkapitaal van een kapitaalvennootschap te vergroten. Dit kan de kapitaalvennootschap doen omdat zij wil groeien en meer kapitaal nodig heeft, of op korte termijn zicht heeft op groei.
De emissie zal van invloed zijn op de koers van het aandeel, nu meestal een lagere nominale waarde wordt gekozen om de aandelen aantrekkelijker te maken. [zie pag. 223]