begrippen T5 V2 Flashcards
koning
erfelijke titel voor de persoon die de leider is van een koninkrijk (=land of gebied)
continuïteit
het blijven bestaan van iets, voortgang
conflict
verschil van mening tussen 2 of meer partijen, ruzie, strijd, verdeeldheid
elite
een kleine groep rijke burgers met veel grondbezit, een bevoorrechte groep
democratie
maatschappij waar het volk inspraak heeft
burger
inwoner van een land
Athene: een vrije, meerderjarige, mannelijke inwoner met Atheense ouders
loting
een trekking, de beslissing laten afhangen van een toeval
verkiezingen
een stemming, door te stemmen kies je een favoriet persoon of een politieke partij
ambtenaar
een magistraat, iemand die voor het bestuur/de overheid werkt
aristocatie
samenleving waarin machtige families aan het hoofd van het bestuur staan, word niet gekozen maar benoemd door de elite
oligarchie
samenleving waarin een kleine groep rijken aan het hoofd van het bestuur staan
volksvergadering
vergadering waar het hele land, streek of stad deelneemt
magistraat
een ambtenaar, iemand die werkt voor het bestuur/de overheid
wetgevende macht
een bestuursorgaan dat wetten maakt en ze stemt
uitvoerende macht
een bestuursorgaan dat de wetten en straffen uitvoerd