begrippen T5 V1 Flashcards

1
Q

ongelijkheid

A

verschillen in een samenleving waarbij mensen uit een sociale groep een lagere rang hebben. Die rang word bepaalt door de hoeveelheid bezit, macht en kennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

recht

A

iets wat je mag doen of hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

plicht

A

wat je volgens jezelf of anderen moet doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

standenmaatschappij

A

maatschappij die ingedeeld is in standen op basis van verschillende rechten en plichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vrije mens

A

mogen hun eigen keuzes maken, zelf beslissen wat ze wel of neit doen zonder invloed van buiten af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

onvrij mens

A

geen eigen keuzes maken, niet beslissen wat ze wel of niet doen, ze worden beïnvloed van buiten af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

burger

A

een inwoner van een land, in Athene: een vrije, meerderjarige, mannelijke inwoner met Atheense ouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

migrant

A

iemand die naar een ander land verhuist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

slaaf

A

iemand die eigendom is van een ander mens en geen beslissingsrecht heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

burgerrecht

A

rechten die de burgers van een bepaald land of gebied toebehoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

elite

A

kleine groep rijke burgers met veel grondbezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

grondbezit

A

grond dat iemand bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

boeren

A

mensen die op het veld werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

ambachtslui

A

iemand die bij zijn beroep iets doet met zijn handen, handwerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

handelaar

A

iemand die goederen koopt en verkoopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

belastingen

A

geld, goederen of diensten die je aan het rijk of land moet geven voor algemen voorzieningen

17
Q

patriarchale samenleving

A

een samenleving waarin mannen op elk domein meer macht uitoefenen

18
Q

rechten en plichten werden bepaald door?

A

geboorte, geslacht, leeftijd, grondbezit en afkomst

19
Q

rechten van een burger

A

politieke functie uitoefenen, met een dochter van Atheense burger huwen, grond en huis bezitten

20
Q

plichten burger

A

wetten naleven, in het leger dienen

21
Q

rechten migranten

A

in Athene wonen en werken

22
Q

plichten migranten

A

wetten naleven, in het legen dienen, extra belastingen betalen

23
Q

rechten slaven

A

neit zonder reden mishandeld of gedood worden

24
Q

plichten slaven

A

de meester gehoorzamen en dienen