Begrippen H3.1,2 en 3 Flashcards
1
Q
Appeasement (verzoening)
A
Toegeven aan eisen om de vrede te bewaren
2
Q
Agressief
A
Aanvallend
3
Q
Asmogendheden
A
Duitsland, Italië, Japan en hun bondgenoten
4
Q
Blitzkrieg (bliksemoorlog)
A
Snelle aanval
5
Q
Capituleren
A
Overgeven, overgave
6
Q
Diplomatie
A
Overleg tussen staten
7
Q
Invasie
A
Vijandelijke aanval
8
Q
Atoombom
A
Bom met grote vernietigingskracht
9
Q
Jappenkamp
A
Japans concentratie kamp
10
Q
Kamikaze
A
Zelfmoordpiloot
11
Q
Seksslaaf
A
Persoon die gedwongen word tot prostitutie
12
Q
Arbeidsinzet
A
Dwangarbeid in Duitsland
13
Q
Censuur
A
Controle op publicaties
14
Q
Collaboratie
A
Samenwerking
15
Q
Foute Nederlander
A
Nederlander die tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse kant koos