5.1, 5,3, 6.1, 6.2, 6.4 Flashcards

1
Q

Erfelijk

A

Als Iets van ouders op kinderen overgaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gezag

A

Macht, overwicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Graaf

A

Hoge edelman, bestuurder van een graafschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hertog

A

Hoge edelman, bestuurder van een hertogdom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Leenheer

A

Vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een leenman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Leenman

A

Edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een leenheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Leenstelsel

A

Bestuur systeem met leenheren en leenmannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Middeleeuwen

A

Derde periode (500-1500)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ridder

A

Militar te paard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Tijd van monniken en ridders

A

Derde tijdvak 500-1000)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Domein

A

Gebied van edelman of klooster

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Heerlijk recht

A

Recht van de heer van een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Herendienst

A

Onbetaald werk voor een heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hof

A

Woning van edelman

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hof stelsel

A

Economisch systeem met horigen op domeinen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Horige

A

Halfvrije boer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Horigheid

A

Onvrijheid van horigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Privilege

A

Speciaal recht, voorrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Rentmeester

A

Iemand die voor de eigenaar een domein beheert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Stand

A

Groep met een vaste sociale positie en speciale rechten

21
Q

Aanbod

A

Wat iemand wil verkopen

22
Q

Bank

A

Bedrijf dat geld bewaart, wisselt en uitleent

23
Q

Gilde

A

Beroepsvereniging in een stad

24
Q

Internationaal

A

Tussen verschillende volken

25
Rente
Vergoeding voor het lenen van geld
26
Specerij
Plantaardige smaakstof
27
Tol
Belasting voor het gebruik van een weg, rivier of brug
28
Verstedelijking
Het ontstaan en de groei van steden
29
Vraag
Wat iemand wil kopen
30
Winst
Wat iemand aan geld overhoudt na de koop en verkoop van een product
31
Nederlanden
(Lage landen) gewesten in Nederland , België en Luxemburg
32
Raadhuis
Gebouw van het stadsbestuur
33
Schepen
Bestuurder en rechter in een stad
34
Stadsrecht
Privilege van een stad
35
Tijd van steden en Staten
Vierde tijdvak (1000-1500)
36
Vroedschap
Groep van aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde
37
Burgemeester
Hoogste bestuurder van een stad
38
Burgerij
Alle burgers
39
Gewest
Provincie
40
Keur
Stadswet
41
Centralisatie
Als een land steeds meer vanuit één centrale plek wordt bestuurd
42
Derde stand
Burgerij
43
Hofhouding
Huishouding en bedienden van een vorst
44
Inspraak
Je mening mogen geven als een besluit wordt genomen
45
Investituur
Plechtige benoeming van een bisschop
46
Keurvorsten
Duitse hoge edelen en bisschoppen die de koning kiezen
47
Parlement
1 vergadering van de drie standen in Engeland. 2 nu: als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
48
Staten generaal
1 vergadering van de drie standen in de Nederlanden en Frankrijk, 2 nu: volksvertegenwoordiging