Begrippen 7. informatie + 8. Cognitieve en gedragsgerichte benadering Flashcards

1
Q

Psycho-educatie

A

Informatie geven met als doel dat de cliënt inzichten verwerft en verbanden gaat zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Cognitieve herstructurering

A

Het opsporen en veranderen vd denkprocessen die ten grondslag liggen aan ongewenst gedrag of gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Coping strategieën

A

Het aanleren van vaardigheden om adequater om te gaan met situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

RET

A

Relationeel Emotieve Therapie: remmende gedachten op het spoor komen en vervolgens vervangen door stimulerende gedachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

ABC

A

A: Gebeurtenis beschrijven die leidde tot ongewenste gevoelens of ongewenst gedrag, enkel feiten
B: Gedachten die tijdens A door het hoofd gingen
C: (ongewenste) gevoelens en/of gedragingen die volgden
Vervolgens worden B gedachten gescreend op rationaliteit en functionaliteit
D: Irrationele gedachten worden omgezet in stimulerende gedachten
E: gewenste gedragingen en gevoelens volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Methode Jacobson

A

De cliënt leert zich bewust te worden van (ont)spanningsgevoelens door aan- en ontspannen van verschillende spiergroepen. De oefening brengt een gevoel van controle met zich mee, het is actief ontspannen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Haptotherapie

A

Gevoelsbeleving vd cliënt en hoe hij omgaat met zichzelf en anderen staat centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Intieme relatie

A

Rela waarin plaats is voor ieders eigenheid, jezelf kunnen zijn bij de ander.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Mild overleg

A

Een probleemoplossingsmethode om naar een compromis te zoeken
1. Voorbereiding elk apart (toespitsen op één punt, hoe voel ik me daarover en wat zou ik willen?)
2. Samen (elk vertelt gevoelens, ander luistert en geeft terug; elk zegt wat hij of zij wil; elk een tegenvoorstel zonder commentaar)
3. Afspraak (A zal dit doen, B zal dit doen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly