Begrippen 3. Seksuele problemen

Question 1

Parafilie

Answer 1

Variaties in seksuele voorkeur en/of gedrag: twee hoofdtypen: afwijkende voorkeuren van seksuele activiteit en afwijkende voorkeur met betrekking tot het voorwerp van verlangen/opwinding.

Question 2

Sexual preference hypothesis

Answer 2

Hypothese definieert parafilia als deviant. SO waarvan aangenomen wordt dat ze niet uitsluitend herleidbaar zijn tot een sociaal conflict. De persoon heeft in meer of mindere mate de psychologische eigenschappen om vooral (eventueel uitsluitend) seksueel verlangen te responderen o bepaalde objectcategorie.

Question 3

Ego dystoon

Answer 3

Ik-vreemd, bij parafilie: gedragingen die in strijd zijn met behoeften en doelstellingen van het ik (ego-dystone homoseksualiteit: wanneer je het zelf vervelend vindt)

Question 4

Asfyxiofilie

Answer 4

Opwinding via zuurstofgebrek

Question 5

Coprofilie

Answer 5

Opwinding via ontlasting zien of eten

Question 6

Exhibitionisme

Answer 6

Opwinding via het tonen van de geslachtsdelen aan een nietsvermoedende (en niet instemmende) vreemde

Question 7

Hyphefilie

Answer 7

Opwinding via zacht materiaal

Question 8

Mysofilie

Answer 8

Opwinding via vuil, stof of rommel

Question 9

Sadisme

Answer 9

Opwinding via pijnigen, vernederen

Question 10

Genderidentiteit

Answer 10

Het besef/gevoel van tot een gender te behoren

Question 11

Transseksisme

Answer 11

De sekse van genderidentiteit stemt niet overeen met de sekse van de uitwendige geslachtsorganen