Begrippen 2.4 Flashcards
1
Q
Aanpassingspolitiek
A
Politiek om de overheidsuitgaven aan te passen aan de dalende inkomsten.
2
Q
Absolute meerderheid
A
Meerderheid van meer dan 50 procent.
3
Q
Minister-president
A
(Premier) leider van de regering
4
Q
NSB
A
Nederlandse nazipartij
5
Q
Stempelen
A
Systeem met stempelkaarten om zwartwerken door werklozen te voorkomen
6
Q
Uitkering
A
Geld dat iemand krijgt bijvoorbeeld omdat hij werkloos is
7
Q
Verzuiling
A
Verdeling van het volk in levensbeschouwelijke groepen met eigen organisaties.