2.2 Fascisme en Communisme Flashcards

1
Q

Hoe ontstonden de fascisten in 1919 (naam bedacht door Benito Mussolini)?

A

Veel mensen konden na de eerste Wereldoorlog hun draai niet vinden in de maatschappij, de werkloosheid was groot en er waren voortdurend stakingen. Daardoor vormden ze knokploegen die tegen communisten vochten. Dat waren de fascisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat was het idee van Mussolini en de fascisten?

A

Mussolini wilde net als de Romeinen de Middellandse zee beheersen. De fascisten waren zeer nationalistisch, verheerlijkten het gebruik van geweld en keerden zich tegen de democratie (overleg, discussie en compromis). 1 partij en 1 leider (duce)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat gebeurde er bij de Mars op Rome (oktober 1922)?

A

Tienduizenden fascisten trokken naar Rome. Mussolini dreigde met geweld de macht te grijpen als de regering niet aftrad, uit angst voor de burgeroorlog benoemde de koning Mussolini tot premier. Daarna greep hij alle macht en werd Italië een dictatuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat was de manier van regeren van Mussolini?

A

Iedereen moest enthousiast meewerken aan de opbouw van de fascistische staat. Dat kreeg iedereen continu te horen via de radio, op school en op het werk. Mensen die tegen waren kregen te maken met de geheime politie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat deed de NEP (1921)in Rusland en waarom was het zo’n succes?

A

Banken en grote bedrijven bleven staatseigendom maar kleine particuliere bedrijven werden weer toegestaan en boeren mochten een deel van hun productie verkopen op de vrije markt. Hierdoor ontstond welvaart. (Communisten hielden wel de macht).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat deed Stalin na de dood van Lenin (1924)?

A

Eerst werkte hij concurrenten (zoals Leon Trotski) uit de partijtop. En daarna in 1928 maakte hij van de Sovjet-Unie een industriële supermacht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat was doel 1 van het vijfjarenplan plan en wat was het gevolg daarvan?

A

Doel 1 was de opbouw van de zware industrie. De Sovjet-Unie veranderde daardoor in 10 jaar in een industriële samenleving. Maar arbeiders maakten lange werkdagen in alle weersomstandigheden en woonden in barakken voor met luizen en kakkerlakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Door de snel groeiende bevolking moest iedereen wel te eten krijgen. Wat was daarvan het gevolg voor de boeren?

A

Kleine boeren moesten hun grond afstaan aan grote landbouw bedrijven. Daar verzetten de boeren zich tegen en er braken opstanden uit. De boeren werden vermoord of als dwangarbeider ingezet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe ging de propaganda en de zuiveringen van Stalin?

A

Er hingen overal posters en standbeelden van Stalin, peuters zongen liedjes over hem. Om verzet onmogelijk te maken begon hij in 1935 een zuivering van de communistische partij. Honderdduizend partijleden werden opgepakt en gedwongen misdaden te plegen, daarna werden ze naar een strafkamp gestuurd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat was Mussolini nooit gelukt?

A

De kerk en het bedrijfsleven aan zijn kant te krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly