Beco hoofdstuk 2 Flashcards

You may prefer our related Brainscape-certified flashcards:
1
Q

procent

A

per honderd 0,00

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

brutowinst

A

de brutowinst is het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

nettowinst

A

de nettowinst is de brutowinst verminderd met de overige kosten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

promillage

A

per duizend 0,000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

afzet

A

de afzet is het aantal verkochte producten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

omzet

A

de omzet is het aantal verkochte producten vermenigvuldigd met de verkoopprijs per stuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eerstegraads vergelijking

A

een vergelijking met een onbekende grootheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

eerstegraads vergelijking

A

een vergelijking met een onbekende grootheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

ongewogen rekenkundig gemiddelde

A

het ongewogen rekenkundig gemiddelde berekenen we door de waarde van de verschillende waarnemingen op te tellen en te delen door het aantal waarnemingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gewogen rekenkundig gemiddelde

A

het gewogen rekenkundig gemiddelde berekenen we door de waarde van de verschillende waarnemingen te vermenigvuldigen met het gewicht en dit totaal te delen door de som van de gewichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

tabel

A

een overzicht waarmee we de ontwikkeling van een bepaalde grootheid (of van meerdere grootheden) laten zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kolom

A

onder elkaar geplaatste getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rij

A

horizontaal geplaatste getallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tabel met enkele ingang

A

een tabel waarbij de gepresenteerde gegevens betrekking hebben op een kenmerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

tabel met meerdere ingangen

A

een tabel waarbij de gepresenteerde gegevens betrekking hebben op meerdere kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

vierkantscontrole

A

We tellen de waarden van de kolommen en rijen op. Vervolgens tellen we het totaal van de kolommen en het totaal van de rijen. Beide totaalstellingen moeten aan elkaar gelijk zijn.

17
Q

lijndiagram

A

In een lijndiagram geven we de verschillende getallen met punten aan, die we vervolgens met lijnstukjes aan elkaar verbinden. Dit kan met een of meerdere grootheden.

18
Q

staafdiagram

A

Het staafdiagram geeft de ontwikkeling van een bepaalde grootheid in tijd aan. We onderscheiden het enkelvoudig staafdiagram (een afhankelijke grootheid) , het gekoppeld staafdiagram (meerdere grootheden in staven naast elkaar) en het gestapeld staafdiagram (samenstelling van een grootheid in een staaf).

19
Q

indexcijfer

A

Een indexcijfer is een getal dat de verhouding weergeeft tussen de waarde van een grootheid in een bepaalde periode en de waarde van die grootheid in de basisperiode. Een indexcijfer is een verhoudingsgetal.

20
Q

vreemde valuta

A

Onder vreemde valuta verstaan we valuta uit een land buiten de eurozone.

21
Q

ISO-code

A

Een ISO-code van de international standards organization.

22
Q

provisie

A

Een bedrag dat de bank rekent voor de dekking van haar kosten bij de aankoop en verkoop van vreemde valuta